Kookmuseum gaat studeren
APPELSCHA (ANP) - De traditionele Nederlandse volkskeuken staat op het spel. Daarom heeft het Culinair Historisch Kookmuseum de knappe koppen van de Universiteit van Amsterdam ingeschakeld.
Dat heeft geleid tot het plan voor een heuse bachelorstudie culinaire historie. Voor de Nederlandse volkskeuken is nooit zo veel aandacht geweest, stelt het in het Friese Veendorp Appelscha gevestigde museum vast. Die cultuur was te alledaags om er aandacht aan te besteden.„Twee wereldoorlogen hebben roet in het eten van de Nederlandse volkskeuken gegooid”, meldt museumdirectrice Carolina Verhoeven in het universiteitsblad Folia. „Door die oorlogen heeft de traditionele Nederlandse keuken een schraal imago opgelopen.”
Volkomen ten onrechte, zeggen ze in Appelscha. Daar weten ze, puttend uit een archief met duizenden kookboeken, dat de inwoners van wat nu Nederland is zich tegoed deden aan beer, walvis en zeehond. Dat was in 1668. Ook wild zwijn met een witte saus stond op het menu. Reigers, warmoes (ook wel bekend als snijbiet) en gezouten limoenen en met eieren gevulde varkensblazen waren eveneens lekkernijen.
Met de opleiding wil het museum aansluiten bij de slowfoodbeweging, die tegenwicht moet bieden aan de snelle hap. Over belangstellling heeft het museum niet te klagen „Ze komen zelfs uit België”, meldt de receptionist. Er kan ook daadwerkelijk worden gekookt. Die mogelijkheid was aanleiding voor verhuizing uit het museumdorp Orvelte, waar om redenen van brandveiligheid nog geen ei mocht worden gebakken.