Belijdenis
Maak dan uw rekening eens op met een geheel andere grond, en belijd van harte dat er niets in uw hand is om op te vertrouwen dan enkel ijdelheid. Belijd dat u niets bij u vindt dan enkel ijdelheid en dat er niets bij u is om Hem toe te brengen waardoor u iets zou mogen verwachten. Zeg dat dan met een heilige ijver en geef de Heere de eer van alles wat u tegenwoordig bent en wat u in het toekomende hoopt te worden. „Waarlijk, ik weet, dat het zo is; want hoe zou een mens rechtvaardig zijn bij God?” (Job 9:2).
Zeg dat niet alleen van het mensdom, maar elk spreke voor zichzelf in het bijzonder en doe deze belijdenis: Heere, mijn rechtvaardigheid, die uit de wet is, heb ik niet (Filippensen 3:9). Daarom, ga niet in het gericht met uw knecht! Neem zo uw toevlucht tot de gerechtigheid van Christus. Vlucht met een geheiligde begeerte tot die gerechtigheid en vertrouw op dat enige en vaste fundament, dat u niet zal beschaamd maken.Wij matigen ons zo gemakkelijk het eeuwige leven aan en wij beelden ons in dat onze zaligheid vast en zeker is. Maar wij mogen wel bedenken dat dit later beslist zal worden. Want wij zullen daarvoor voor die grote Rechter moeten verschijnen. Wees ervan verzekerd dat Hij het leven aan niemand zal toewijzen dan aan hen die daar recht toe hebben.
Matthaeus Jorna predikant te Makkum (”Klare spiegel der zaligen en rampzaligen”, 1686)