De Tweede Kamer debatteerde donderdag over de waarde van artikel 147 van het Wetboek van Strafrecht, de strafbaarstelling van smalende godslastering. Minister Hirsch Ballin van Justitie, CDA, ChristenUnie en SGP pleiten voor handhaving van het artikel als symbool voor gelovige minderheden. Regeringspartij PvdA, SP, VVD, GroenLinks en D66 beschouwen het als een „dode letter” en willen het afschaffen.„Die opstelling van een meerderheid van de Kamer getuigt niet van respect en begrip voor mensen die geraakt worden door godslastering”, vindt CDA-Kamerlid Van Haersma Buma. „Het feit dat je zelf niet gelooft, zou nog geen reden moeten zijn dat je niet opkomt voor de gevoelens van gelovige minderheden. Doordat je God lastert, doe je mensen veel pijn. Dat besef ontbreekt.”

De CDA’er wees donderdag op de Nederlandse gewoonte om de gevoelens van minderheden altijd te willen beschermen. „In discussies over de vrijheid van meningsuiting wordt de laatste jaren vaak gezegd: Je moet kunnen zeggen wat je denkt. Maar dat is in Nederland nooit zo geweest. Wij hebben, anders dan in bijvoorbeeld de Verenigde Staten, wetgeving die de vrijheid van meningsuiting duidelijk begrenst.”

PvdA, SP, VVD, GroenLinks en D66 vinden artikel 147 overbodig. Volgens hen biedt artikel 137, over de strafbaarstelling van het beledigen van een groep, al voldoende aanleiding om tot vervolging over te gaan. De christelijke fracties zijn het daar niet mee eens. De belediging van Gods Naam is nog iets anders dan het beledigen van een groep mensen, zo stellen CDA, ChristenUnie en SGP.

CU-Kamerlid Anker: „Het schenden van iets wat heilig is, is iets anders dan het beledigen van gelovigen zelf. Ook al is geen sprake van rechtstreekse belediging van een individu of groep wegens godsdienst, opzettelijke godslastering kan gelovigen wel degelijk diep kwetsen.” Volgens hem zou dat besef „in deze tijd geen overbodige luxe” zijn.

SGP-Kamerlid Van der Staaij zou artikel 147 nieuw leven in willen blazen. „Waarom wordt er geen actiever vervolgingsbeleid gevoerd op grond van artikel 147? Daar is zeker aanleiding voor.” Hij noemde als voorbeelden de kruisigingsact van popster Madonna en een televisieprogramma waarin Christus werd afgebeeld als een aangelijnde hond. „Buitengewoon stuitend en weerzinwekkend.”

GroenLinksleider Halsema wil in artikel 284 van het Wetboek van Strafrecht een extra bepaling opnemen over gewetensdwang als een misdrijf tegen de persoonlijke vrijheid.

„Het is van groot belang dat het geweten van mensen vrij is. Mensen mogen nooit gedwongen worden trouw te blijven aan, of zich te bekeren tot bijvoorbeeld de islam, het christendom of een politieke ideologie.”