Nederlandse wateraanpak populair in Louisiana
NEW ORLEANS (ANP) - Het Nederlandse beleid op gebied van waterveiligheid staat in een goed blaadje in de Verenigde Staten. Staatssecretaris Huizinga van Verkeer en Waterstaat kreeg afgelopen week in New Orleans volop complimenten. Maar in Florida stak Huizinga ook een hoop op van de Amerikaanse werkwijze op gebied van rampenbeheersing.
Huizinga leidde een ’watermissie’, vergezeld door vijf Nederlandse bestuurders. „Florida heeft een goede indruk gemaakt. Ze zijn daar heel goed voorbereid op natuurrampen, waar ze vele malen mee zijn geconfronteerd met hun bijna jaarlijkse orkanen. Maar 100 procent veiligheid bestaat natuurlijk niet. Ze zeggen echter: blijven oefenen”.Nederland oefent in november op grote schaal voor het eerst op een overstromingsramp. De Amerikanen doen al langer aan rampenbeheersing. De staatssecretaris steekt daarom 1 miljoen euro in samenwerking tussen het COT Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement en enkele prominente Amerikaanse kennisinstituten.
In New Orleans bleken ook de minder mooie kanten van het Amerikaanse beleid. Leven met water zoals in de Nederlandse aanpak ingang vindt, is daar niet gemeengoed. „Onze vingers jeuken”, reageert Delfts hoogleraar stedenbouwkundig ontwerpen Han Meyer, ook in New Orleans. Rotterdam broedt op een partnerschap met de stad in de Mississippidelta, waarmee de Maasstad veel overeenkomsten ziet.
Een rondrit door indertijd door orkaan Katrina getroffen maar intussen opgeruimde wijken zoals Lower 9th Ward was onthullend voor Huizinga. „Huizen bleken nog amper bewoond. Van een afstand ziet het er goed uit, maar van dichtbij is het een puinhoop. Maar weinig huizen, gezegd wordt 10 procent, staan op een hogere fundering tegen het water. Arbeid is duur alsmede het bouwmateriaal”.
Huizinga werd geconfronteerd met de Amerikaanse cultuur. De vele braakliggende kavels vielen op. „Amerikanen kijken anders aan tegen de overheid. Onze gids tijdens de rondleiding legde uit dat je Amerikanen niet zomaar kunt onteigenen om wijken te herinrichten”.
De nieuwe, verstevigde betonnen keermuren langs de kanalen door de stad die oprukkend water van de Mississippi moeten tegenhouden, maken weinig indruk. „Met mijn Zeeuwse ogen heb ik niet hetzelfde veiligheidsgevoel als in de eigen regio”, zegt Frans Hamelink, watergedeputeerde en plaatsvervangend commissaris van de Koningin.
Het Army Corps of Engineers, de Amerikaanse evenknie van Rijkswaterstaat, moet jaarlijks tot verbazing van Huizinga knokken voor fondsen voor zelfs onderhoudswerk. „Een televisiejournalist zei me dat de VS zich daarvoor zouden moeten schamen. Ik zou dat als bewindspersoon uit een ander land niet zo willen aanzetten. Maar ik sta er wel van te kijken”, aldus de staatssecretaris.
Senator Mary Landrieu uit Louisiana, begin 2006 zelf op bezoek bij de Deltawerken, prees vrijdag tijdens een afsluitende lunch tegenover haar gasten de ’superieure’ Nederlandse wateraanpak, waar preventie voorop staat. „Als wij 1 miljard dollar daaraan hadden uitgegeven, hadden we 14 miljard aan reparaties kunnen besparen”. Zij schoof Rijkswaterstaat naar voren als model voor een andere opzet van het in haar ogen te bureaucratische en centralistische Army Corps.
Dijkgraaf Michiel van Haersma Buma van Delfland zou het corps weghalen bij het ministerie van Defensie en onderbrengen bij een civiel departement. De staatssecretaris houdt zich op de vlakte. „Overal zijn wel dingen op aan te merken. Maar ik ben wel trots op onze ingenieurs”, rondt Huizinga af op terugreis, na een weekje weg uit de rauwe Haagse politieke werkelijkheid, met lastige dossiers zoals de ov-chipkaart.