In 2007 werden in Nederland 25 docenten ontslagen omdat zij te ver gingen in hun digitale contact met leerlingen. Maar volgens de Aob is dit slechts het topje van de ijsberg. Volgens de bond worden de meeste problemen op dit gebied intern op school opgelost.Scholen hebben volgens de onderwijsbond nauwelijks richtlijnen voor digitale communicatie tussen leraren en leerlingen. Advocaat Frans Lathouwers van de Aob stelt dat het digitale flirten vaak begint met een onschuldige e-mail of sms. „Maar regelmatig gaat het van kwaad tot erger”.

Hoewel niet in alle gevallen ernstig, komen er veel leraren in de problemen door te flirterig digitaal contact met de leerlingen. „Dat gaat om rare teksten, kleffe teksten, kruisjes en x-jes. Het zijn meestal mannen die hierdoor in grote problemen komen. De kern van het leraarschap is de afhankelijkheidsrelatie met de leerlingen”.

Volgens de bond zijn de meeste problemen te voorkomen als scholen met leerkrachten, leerlingen, ouders en medewerkers het gesprek aangaan over digitale omgangsvormen. Ook zouden hiervoor heldere regels moeten worden opgesteld.

De Inspectie van het Onderwijs beaamt dat digitale communicatie tot problemen kan leiden waar het onderwijs nog niet adequaat op heeft gereageerd. „Dat geldt ook bijvoorbeeld voor het digitale pesten van leerlingen onderling”, stelt een zegsman. De verantwoordelijk voor regelgeving op dit gebied ligt bij de schoolbesturen zelf.

De Inspectie heeft in de meest recente cijfers wel een stijging van het aantal meldingen van seksueel misbruik en seksuele intimidatie waargenomen. Maar een duidelijke verklaring daarvoor ontbreekt in de rapportage. Bovendien biedt het meldpunt van de inspectie geen sluitende cijfers. Alleen in het geval van seksueel misbruik is een school verplicht daar melding van te maken.