Groei bezorgdienst Albert valt tegen
Detailhandelsketen Ahold heeft de verwachtingen voor zijn internetbezorgdienst Albert moeten temperen. Het bedrijf kondigde dinsdag aan een van de drie distributiecentra voor deze dienst te gaan sluiten. Volgens een woordvoerster kan het bedrijf met twee verdeelcentra toe.
„Wij groeien met enkele honderden klanten per week”, aldus de woordvoerster. „Dat is niet zo snel als verwacht.” De tachtig medewerkers van de vestiging in Beverwijk worden zoveel mogelijk herplaatst binnen een van de vijf Ahold-werkmaatschappijen (Albert Heijn, Etos, DeliXL, Gall & Gall en De Tuinen) die meedoen aan Albert.
Ahold begon november 2001 met zijn bezorgdienst voor vooral de Randstad en had hiervan hooggespannen verwachtingen. Bij het bedrijf werken 350 mensen. Albert behoudt de distributiecentra in Rotterdam en De Meern.
Inmiddels heeft het bedrijf naar eigen zeggen een bereik van 51 procent van de Nederlandse huishoudens. Zo worden Breda en Den Bosch volgende maand aan het bezorggebied toegevoegd. Hoeveel mensen van de dienst gebruikmaken, wil Ahold „uit concurrentieoverwegingen” niet kwijt. De klanten merken volgens haar niets van de sluiting van het distributiecentrum.
Albert is te vinden op internet. Klanten kunnen minimaal achttien uur van tevoren hun boodschappen via internet bestellen en moeten dan maximaal twee uur thuisblijven om de deur voor de bezorger open te houden. Ahold wil die termijnen volgens de woordvoerster inkorten.
Bij concurrent Max Foodmarket is de besteltermijn veel korter, tot minimaal een uur, vertelt directeur D. de Groot. Max verkoopt in een groot deel van de Randstad levensmiddelen en sinds kort ook kantoorartikelen via internet. „Wij krijgen ook enkele honderden nieuwe klanten per week, en dat is in lijn met onze prognoses. Misschien hadden wij niet zulke hoge verwachtingen als Albert”, aldus De Groot.
Max Foodmarket draait sinds begin 2000. Het bedrijf heeft inmiddels 390 mensen in dienst en werkt eveneens met drie distributiecentra. Die blijven volgens De Groot alledrie bestaan. Het bedrijf wil binnenkort zijn bezorggebied uitbreiden tot Rotterdam.
De openheid die Ahold begin dit jaar aan de beleggers heeft beloofd, heeft zich dinsdag tegen het detailhandelsconcern gekeerd. Het aandeel daalde op de effectenbeurs in Amsterdam bijna 9,6 procent, nadat het concern juist opheldering had willen verschaffen over de constructie met zijn Scandinavische partner ICA.
Het concern uit Zaandam bracht voorbeurs via de beurs een bericht uit waarin een toelichting stond op de overeenkomst met de Scandinavische partner ICA. Ahold bezit sinds april 2000 50 procent van dit samenwerkingsverband. De aangesloten winkeliers bezitten 30 procent en de overige 20 procent is in handen van de Noorse familie Hagen.
Volgens Ahold hebben alle partners het recht vanaf april 2004 hun aandelen te verkopen. Wanneer de winkeliers of de familie Hagen dat willen doen, moeten zij de aandelen eerst aan de ander aanbieden. Komen zij niet tot overeenstemming, dan is Ahold verplicht de aandelen op te kopen.
Prompt daalde het aandeel. Volgens een woordvoerster van Ahold is er echter niets nieuws. De clausule stond in 2000 al in het prospectus vermeld. „Uit de financiële hoek kwamen maandag en dinsdag hierover vragen. Kennelijk was er enige discussie”, aldus de woordvoerster. Ahold dacht met het bericht alle vragen te hebben beantwoord. Dat pakte anders uit.