Eerbied voor de majesteit van de dood
UTRECHT - „Zolang iemand leeft is het genadetijd. Dat betekent echter niet dat men daarom disproportioneel veel van artsen moet verwachten. Onze onbekeerlijkheid mag geen argument zijn om de mogelijkheden van de geneeskunde op de grens van leven en dood uit te buiten. De Bijbel wijst ons niet die richting op.”
Dat zei dr. H. J. Agteresch donderdagavond in zijn lezing voor de reformatorische studentenvereniging Depositum Custodi te Utrecht. De arts sprak over het thema ”Menselijke vergankelijkheid in medisch perspectief”.„Onze maatschappij benadert de dood wezenlijk anders dan de gereformeerde gezindte dat doet.” Agteresch, internist in het Medisch Centrum Haaglanden en het HagaZiekenhuis te Den Haag, noemde dat een wereld van verschil. „We leven in een materialistische maatschappij, in een cultuur waarin de aanwezigheid van God niet wordt ervaren”, zei hij. Zelfbeschikkingsrecht staat hoog in het vaandel. Lijden wordt in de ogen van velen als zinloos en mensonwaardig gezien.
Realiteit
„De oorzaak van het lijden ligt in de zondeschuld”, aldus dr. Agteresch. „Dit moet leiden tot verootmoediging voor Gods majesteit. Maar het is mogelijk om troost te krijgen. Jezus Christus kan ons vergeving van zonden schenken en ons verlossen van de eeuwige dood. Dat is de enige troost!”
Volgens dr. Agteresch heeft de gedachte van het zelfbeschikkingsrecht zijn sporen getrokken in de geneeskunde. „We zijn door de bodem van het menselijk bestaan gezakt”, zei hij. „In plaats van levenseerbiedigende geneeskunde is er vaak sprake van levensrelativerende geneeskunde. Daar past euthanasie uitstekend in. Niet dat in de levenseerbiedigende geneeskunde tot elke prijs levensverlenging wordt beoogd. We moeten ook rekening houden met de realiteit van de dood. Op een gegeven moment past ons mensen een eerbiedig terugtreden voor de majesteit van de dood. Iemand moet gelegenheid krijgen om te kunnen sterven.”
Hippocrates
Volgens de Haagse internist doen verreweg de meeste artsen, getrouw aan de eed van Hippocrates, met veel overgave hun werk ten dienste van de lijdende mensheid. Hij noemt dat de positieve kant van de geneeskunde. Daarnaast is er de macht van de medische wetenschap. Mensen zijn nu veel langer ziek dan vroeger. Dat roept vragen op als: Moet alles wat kan en mag alles wat kan?
„De vooruitgang van de geneeskunde plaatst ons voor zeer moeilijke vragen, waarop ook een antwoord moet komen. Er moeten daadwerkelijk beslissingen worden genomen. Onbewust zetten we ons betrouwen op de middelen. Niet dat we die middelen dan maar moeten verwaarlozen. Maar het is een heilige kunst de middelen te gebruiken en op de God van de middelen te betrouwen”, zo zei de internist.
Onomkeerbaar
Dr. Agteresch ging ook in op de vraag wat sterven vanuit medisch oogpunt is. Op de vraag wanneer de dood is ingetreden is geen medisch maar een Bijbels antwoord te geven. „Dat is op het ondeelbare, ontzaglijke ogenblik, dat ziel en lichaam scheiden en de ziel voor God moet verschijnen”, zei hij.
De arts ging uitvoerig in op de vraag hoe mensen de dood kunnen vaststellen. Sterven noemde hij een proces dat op een bepaald moment onomkeerbaar wordt. Zo bevindt een kunstmatig in leven gehouden hersendode zich in een situatie voorbij het intreden van de dood. „Alle therapie moet dan gestaakt worden. Een dode mag niet als een schijnlevende behandeld worden”, aldus dr. Agteresch.