Werkzaamheden: „Sinds december zit ik voor het CDA in de gemeenteraad van Nieuwerkerk aan den IJssel, een gemeente die hard groeit door aanwas vanuit Rotterdam. Tot anderhalf jaar geleden had ik een drukke rozenkwekerij, maar daar ben ik uitgekocht vanwege de uitbreiding van de wijk Zuidplas in Nieuwerkerk.”

Vergoeding voor het raadswerk:

„Ruim 500 euro per maand, bruto.”

Aantal uren per week:

„Ik kom al snel op een gemiddelde van vijftien tot twintig uur per week. In een drukke week is dat wel veertig uur, en soms is het maar een uur of vijf. Dat was me nooit gelukt naast mijn werk als rozenkweker. Politiek en werk gaan niet altijd goed samen, herinner ik me. Collega-kwekers gingen ook in de politiek, naast hun baan, maar die liepen daar echt mee vast. Een kennis zat hier alleen in de raad. Die moest echt alles alleen doen, en dat kostte hem bijna vijftig uur per week. Dat kan nooit naast je werk.”

Last van werkdruk?

„Misschien komt dat ook doordat ik pas onlangs in de raad ben gekomen dat ik er druk mee ben. Maar evengoed zijn er de fractievergaderingen en dan nog de politieke verenigingszaterdagen. Als je toegankelijk bent voor burgers, en dat wil ik zijn, dan kloppen die ook nog wel eens bij je aan voor bepaalde kwesties. Toch vind ik dat je het goed moet doen, of anders niet. Een volksvertegenwoordiger moet 24 uur per dag paraat staan voor burgers.”

Wat is er aan de werkdruk te doen?

„Je leert wel steeds beter wat je wel en wat je niet moet doen. In het begin vroeg ik offertes op bij bedrijven, om te kijken of bijvoorbeeld de ondergrondse vuilnisopslag niet iets goedkoper kon. Later bleek dat we een contract hebben met een nv waarvan onze gemeente nota bene mede-eigenaar is, en waarvan we ook weer de winst terugkrijgen. Daar leer je dan weer van. Anderzijds weten ambtenaren dan meteen wat ze aan je hebben.

Stelt u zich de komende verkiezingen weer kandidaat?

„Dat zou voor de nieuwe fusiegemeente zijn die Nieuwerkerk gaat vormen met Zevenhuizen-Moerkapelle en Moordrecht. Wat mij betreft neemt een ander het stokje dan weer over en ga ik onder aan de lijst staan. Ik vind het niet goed als in de raad alleen maar grijze mannen als zitten. De toekomst ligt toch bij de jeugd.”