Huidige kabinet wars van bestuurlijke vernieuwing
DEN HAAG - Het huidige kabinet houdt niet van bestuurlijke vernieuwing. Woensdag werden de voorstellen van de Nationale Conventie elegant, dat wel, in de diepste la weggestopt.
Het was een paradepaardje van toenmalig minister Pechtold (D66): de Nationale Conventie. Het gezelschap eminente geleerden werd eind 2005 door het kabinet van CDA, VVD en D66 ingesteld om voorstellen te doen ter versterking van de democratie. En die voorstellen kwamen er: meer rechtstreekse invloed van burgers, correctieve referenda, burgerfora.Maar de huidige regering houdt niet van bestuurlijke vernieuwing. In mei 2003, bij het aantreden van Balkenende II, was dat kabinet nog enthousiast: We zullen „de bestuurlijke vernieuwing met kracht ter hand nemen”, meldde het regeerakkoord. Gistermiddag gaf minister Ter Horst van Binnenlandse Zaken (PvdA) tijdens een Kamerdebat aan geen zin meer te hebben in „eindeloze structuurdiscussies.”
De bewindsvrouw had lof voor het werk van de Nationale Conventie, dat wel. Maar, zoals ze zelf zei: „De weg naar nieuwe voorstellen is eigenlijk belangrijker dan het doel, de aanbevelingen.” Met andere woorden: discussie over de vertegenwoordigende democratie, ja! Veranderingen in de politieke infrastructuur, nee!
Een door de Tweede Kamer gekozen formateur? „Het is nogal ingewikkeld om dat te regelen. De Tweede Kamer zou zelf wel kunnen beslissen om na de verkiezingen een formateur aan te wijzen. Ik zou zeggen: Doe uw best.”
Een correctief referendum, waarbij nieuwe wetgeving door burgers kan worden tegengehouden? „Daar wil ik niets over zeggen. De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken komt binnenkort met een notitie. Maar u weet dat het kabinet hierover verdeeld is.”
Wat Ter Horst wel wil? Een levendiger Grondwet, eentje waar burgers over discussiëren. Een Grondwet die bindt, bezielt en betovert. Maar dat wil de Kamer weer niet. En ook is de bewindsvrouw „geen tegenstander” van het idee om een derde van alle adviescommissies te vullen met mensen uit het veld; docenten, verpleegsters of wijkagenten.
Maar daarmee houdt de liefde van het kabinet voor het werk van de Nationale Conventie wel op.
Eigenlijk begon het probleem al bij de installatie van de Nationale Conventie, merkte SGP-Kamerlid Van der Staaij gisteren nuchter op. „De Nationale Conventie is ingesteld om het kabinet van CDA, VVD en D66 weer te kunnen lijmen.” Na de val van D66-minister De Graaf rond de kwestie met de gekozen burgemeester in maart 2005 kreeg zijn opvolger Pechtold als zoenoffer de Nationale Conventie toegeworpen. Niets meer en niets minder dan dat.