Werkstraf na brand bij burgemeester
UTRECHT - De 21-jarige G. van de H. uit Rhenen is woensdag door de Utrechtse rechtbank veroordeeld tot honderd uur werkstraf voor een poging om in de nieuwjaarsnacht brand te stichten bij de woning van de burgemeester van de gemeente Rhenen.
De man uit Rhenen en drie vrienden wilden omstreeks halfvijf in de ochtend vier hooibalen in brand steken voor de woning van burgemeester J. van Oostrum in Achterberg, maar ze namen de benen toen ze werden aangesproken door een agent. De politieman was ter plekke omdat even daarvoor een ruit van de burgemeesterswoning was ingegooid. Van de H. had daar niets mee van doen.Volgens de officier van justitie had wilde Van de H. de burgemeester „een lesje leren”, maar de man ontkende woensdag dat de actie te maken had met de maatregelen die door de burgemeester waren genomen om oud en nieuw in Achterberg, in tegenstelling tot eerdere jaren, rustig te laten verlopen. Zo moest de brandweer vreugdevuren onmiddellijk blussen en mocht de horeca niet langer openblijven.
Behalve aan de poging tot brandstichting achtte de rechtbank de Rhenenaar ook schuldig aan het stelen van de hooibalen, het verzet tegen zijn aanhouding door weg te rennen en het in brand steken van twee caravans en een bouwkeet in de nieuwjaarsnacht. Tegen de man was 150 uur werkstraf en twee maanden voorwaardelijke gevangenisstraf geëist.
Van de officier van justitie moest Van de H. als bijzondere voorwaarde bij de voorwaardelijke celstraf dit jaar meehelpen bij de organisatie van een officieel, door de gemeente georganiseerd vreugdevuur in Achterveld, maar de rechtbank zag van deze bijzondere voorwaarde af.