Binnenland

Moddergat herdenkt 83 dode vissers

MODDERGAT - Een straffe wind blaast over de dijk in het Noord-Friese dorpje Moddergat. In de verte zijn de Waddeneilanden te zien. Hier verdronken op 6 maart 1883, nu 125 jaar geleden, 83 vissers uit Paesens-Moddergat. In vrijwel elk huis was wel een dode te betreuren.

5 March 2008 10:07Gewijzigd op 14 November 2020 05:36
MODDERGAT – Ihno Dragt, directeur en conservator van museum ’t Fiskershúske bij de replica van de WL19. De vissersboot was een van de zeventien schepen uit het dubbeldorp Paesens Moddergat die op 6 maart 1883 in een storm vergingen. Foto Frans Andringa
MODDERGAT – Ihno Dragt, directeur en conservator van museum ’t Fiskershúske bij de replica van de WL19. De vissersboot was een van de zeventien schepen uit het dubbeldorp Paesens Moddergat die op 6 maart 1883 in een storm vergingen. Foto Frans Andringa

Het is in de nacht van zondag 4 op maandag 5 maart 1883 wanneer 109 vissers uit het dubbeldorp Paesens-Moddergat zich naar hun kleine pramen begeven. Na een korte vaartocht komen ze aan bij hun aken en blazers, de platbodems waarmee ze op de Waddenzee op schol zullen vissen. Met 22 boten varen ze uit in de richting van Borkum, een oostelijk Waddeneiland.Ondanks dat het nog vroeg in het seizoen is, wagen de vissers het erop. Ze kunnen de inkomsten goed gebruiken. In de loop van de maandag wakkert de wind aan. Omdat ze relatief ver van huis zijn, varen ze terug. Ze moeten tussen Schiermonnikoog en Ameland door. Een aantal schepen zal Ameland aan de westkant ronden. Uiteindelijk zal met name de bemanning van die schepen overleven. De anderen komen op dinsdagochtend in de problemen. Zeventien van de 22 platbodems slaan in de storm om. Slechts één opvarende overleeft de ramp. De andere 83 verdrinken.

Behalve Moddergat worden nog drie plaatsen getroffen. Op Urk moet de aanzegger 26 keer een droevig bericht brengen. Het Groningse Zoutkamp verliest negen mannen, Den Helder drie. De ramp kan onder meer gebeuren omdat de storm niet buitengewoon sterk lijkt te worden en er dus meerdere schepen op zee zijn. De Leeuwarder Courant van 5 en 6 maart 1883 voorspelt een stevige wind en bewolking. Niet verontrustend voor ervaren vissers. Toch spreken overlevenden achteraf van grote golven. Ze denken dat er een zeebeving heeft plaatsgevonden. Bewijzen daarvoor worden echter nooit gevonden.

„Door de ramp verloor Paesens-Moddergat een groot deel van zijn beroepsbevolking”, zegt Ihno Dragt, directeur en conservator van het kleine museum ’t Fiskershúske. „Het dorp telde net als nu ongeveer 500 inwoners. Paesens was vooral agrarisch, in Moddergat woonden voornamelijk vissers.” Veel mensen waren familie van elkaar. Het beroep ging over van vader op zoon. Het is ook om die reden dat bij het monument op de dijk enkele namen opvallen. Op de plaquettes die rondom een herdenkingszuil staan, komt de naam Visser meermaals voor. Maar ook Basteleur staat enkele keren gegraveerd. De oudste omgekomen visser is 71 jaar, de jongste pas 12.

De redding van de enige overlevende is een bijzondere gebeurtenis. De 31-jarige Gerben Basteleur vaart met zijn vader, oom en nog twee familieleden op de WL2. Zijn oom is ziek en ligt in het vooronder. Gerben zoekt hem op, juist op het moment dat de platbodem omslaat. Door de luchtbel die in de boot zit, hebben de twee nog zuurstof. Ze houden zich vast aan een spant, maar na enige tijd moet de oom loslaten. Hij verdrinkt. Gerben wordt na twaalf moeilijke uren gered.

Het drama krijgt een akelige nasleep. Verreweg de meeste vissers worden niet teruggevonden. Slechts enkelen krijgen een graf aan wal. De laatste die aan de initialen in zijn hemd kan worden geïdentificeerd, spoelt pas in augustus aan. Dat is nog na de vondst van de vader van Gerben, die op 28 juli, 5 maanden na de ramp, aanspoelt.

Na de ramp herstelt de vloot zich snel. Al rond 1900 is de beroepsbevolking weer op sterkte. Dat komt onder andere door financiële steun uit het hele land. Zo organiseert Middelburg een fancy fair, waarvan de opbrengst naar de slachtoffers gaat. Het museum bezit nog een kop-en -schotel die voor deze fancy fair werd beschilderd. In totaal wordt 135.000 gulden ingezameld voor de getroffen plaatsen, een immens bedrag.

De hervormde kerk geeft echter niet thuis. Dragt: „In de notulen van de kerk staat geen letter over de ramp geschreven. Waarschijnlijk zag de kerk dat de provincie financiële steun gaf en deed zelf vervolgens niets.” Het gevolg is wel dat velen de hervormde kerk de rug toekeren. Al in 1890 was er een nieuwe kerk gebouwd: de gereformeerde kerk, waar na de ramp ook veel hervormden naartoe gaan.

De ramp leeft nog steeds in het dorp. „Vrijwel alle dorpelingen stammen af van de getroffen families.” Het museum besteedt met een kleine tentoonstelling aandacht aan de tragedie. Er zijn weinig voorwerpen bewaard gebleven. Toch kan ’t Fiskershúske onder andere wanten en sokken tonen van vissers, evenals enkele zeekaarten en modellen van schepen. Een groot deel van de tentoonstelling is gericht op de redding van Gerben Basteleur. Er is een originele aquarel van Cornelis Jetses uit 1914 te zien, die de redding van Gerben uitbeeldt. Bovendien is een boek over de ramp opnieuw uitgegeven. Zaterdag wordt op enkele kilometers van Paesens-Moddergat een replica te water gelaten van een van de schepen die zijn vergaan. Bij deze gebeurtenis worden meer dan 500 mensen verwacht.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer