Opinie

Werkdruk

Werkdruk is een veelbesproken thema. In Arbo, Vakblad over arbeidsomstandigheden (2008, 1/2) staat een verslag van het onderzoek van FNV Bondgenoten naar de werkdruk van het cabinepersoneel van de KLM.

5 March 2008 08:23Gewijzigd op 14 November 2020 05:36

Vermoeidheid, fysieke belasting en de lastige verhouding tussen werk en privé zijn de belangrijkste veroorzakers van de hoge werkdruk, aldus FNV Bondgenoten. Vooral vliegen door tijdzones en vijftien uur achter elkaar staan, zijn verzwarende arbeidsomstandigheden. De jetlag waar gewone reizigers over klagen, ondervindt het cabinepersoneel meerdere keren per maand. FNV Bondgenoten vraagt de Arbeidsinspectie om nader onderzoek.In Pedagogische Studiën (2008, 1) schrijven Katrijn Ballet en Geert Kelchtermans, medewerkers van de Katholieke Universiteit Leuven, over werkdruk in het onderwijs, onder de titel ”Worstelen met werkdruk”. De schrijvers signaleren dat in de voorbije jaren leerkrachten tal van veranderingen op zich hebben zien afkomen. Veel van deze veranderingen grijpen diep in in de dagelijkse praktijk en gaan gepaard met toenemende werkdruk. De onderzoekers rapporteren over een onderzoek waarin de relatie tussen de veranderingsoproepen enerzijds en de beleving van de beroepssituatie door de leerkrachten anderzijds ontrafeld wordt. Het onderzoek vormt een verdieping en verfijning van de oorspronkelijke intensificatiethese van Michael Apple (1986). Apple publiceerde over de intensificatie van het lerarenberoep. Door de groeiende eisen en verwachtingen van overheid en samenleving neemt de druk op scholen en leerkrachten toe. Het onderwijsbeleid wordt steeds meer gedreven door een economische logica. Als gevolg daarvan worden het ontwerpen van onderwijstaken en het uitvoeren ervan ontkoppeld. Doelstellingen worden niet langer gedefinieerd door de school zelf, maar door instellingen buiten de scholen. De betrokkenheid van de leerkracht bij het ontwerpen van het onderwijs is daardoor minder en leerkrachten worden uitvoerders van elders ontworpen beleid. Tegelijk worden zij meer gecontroleerd.

Het resultaat is wat Apple noemt een intensificatie van het lerarenberoep, die gepaard gaat met een groeiende externe prestatiedruk op leerkrachten doordat ze meer en meer verschillende opgelegde beroepstaken moeten uitvoeren. Zo ontstaat er minder ruimte voor creativiteit in de klas, voor collegiale relaties en voor het privéleven. Deze verschuiving heeft een emotioneel belastende invloed en kan leiden tot chronische overbelasting. Verder gaat ze gepaard met het verlies van bepaalde beroepsvaardigheden, doordat die feitelijk minder belangrijk worden en door de toename van de routinematige en vaak administratieve uitvoeringstaken in het beroep.

De onderzoekers van de KU Leuven hebben deze intensificatiethese verfijnd. Niet alle veranderingen, zo concluderen zij, zijn even dwingend voor leerkrachten of leiden automatisch tot de ”ervaring van intensificatie”. Hun onderzoek laat zien dat het bij intensificatie om meer gaat dan enkel meer werkuren, meer en diverse taken, meer vergaderingen en meer administratief werk. Daarom spreken ze over de ervaring van intensificatie. Ze leggen de klemtoon op de betekenis die de betrokkenen geven aan de oproepen tot verandering en de werkdruk die dat met zich meebrengt. De wijze waarop leerkrachten omgaan met oproepen tot verandering wordt sterk bepaald door betekenisgeving: opvattingen over zichzelf als leerkracht, gevoel van zelfwaarde en taakopvatting. Ben ik nog een goede leerkracht? Komt mijn opvatting over mijn taak nog overeen met wat anderen van mij verwachten? Deze vragen bepalen de wijze waarop leerkrachten omgaan met oproepen tot verandering. Daarom is de ervaring van intensificatie doorslaggevend voor de werkdrukbeleving.

Christine van Werkum en Johan van de Breevaart schrijven in Gids voor personeelsmanagement (2008, 1/2) een artikel over levensfasebewust beleid en de psychologie van de leeftijdsfasen. Dit beleid is erop gericht medewerkers vitaal en duurzaam inzetbaar te houden in alle verschillende levensfasen. Hiertoe dient de ontwikkeling van alle medewerkers op gedifferentieerde wijze te worden aangepakt. Kennis van de specifieke thema’s die werknemers in de verschillende levensfasen bezighouden is daarvoor een belangrijke voorwaarde. Ze omschrijven de verschillende leeftijdsfasen in relatie tot werk als volgt: Leergierige twintiger wil persoonlijke groei. Dertigers zijn prestatiegerichte carrièremakers. Bij veertigers staat zingeving in werk centraal. Vijftigplussers kunnen van toegevoegde waarde zijn.

Twintigers zijn emotioneel kwetsbaar omdat ze zich willen bewijzen, maar zijn energiek en staan open voor uitdagingen en hebben niet zo’n last van grote werkdruk. Dertigers werken efficiënt en zijn over het algemeen goed bestand tegen werkdruk en hectiek. Bij veertigers komt de reflectie over de zin van hun werk in beeld. Zij moeten betrokken blijven bij nieuwe ontwikkelingen om scherp en gemotiveerd te blijven. Vijftigplussers ten slotte hebben minder behoefte aan zelfprofilering. Zij zijn echter minder stressbestendig en gemiddeld meer gevoelig voor kritiek. Werkdrukbeleving komt op deze leeftijd sterker in beeld.

Drs. M. Burggraaf, voormalig voorzitter van het college van bestuur van de Christelijke Hogeschool Ede

Reageren aan scribent? focus@refdag.nl.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer