De gemeente Neder-Betuwe verleende veehouder Hendriks een nieuwe vergunning voor de uitbreiding en verandering van zijn bedrijf. Met de nieuwe vergunning wil de kalverenhouder een derde stal bijbouwen en in totaal 909 rosékalveren gaan houden. Door een nieuw stalsysteem gaat de gemeente ervan uit dat de totale stankoverlast niet of nauwelijks zal toenemen.Een aantal omwonenden is allesbehalve blij met de uitbreidingsplannen van Hendriks. Bovendien vinden zij dat de gemeente geen oog heeft voor de belangen van de omwonenden. „De gemeente Neder-Betuwe staat bij ons niet bekend als een open naar de burger toe en op consensus gerichte organisatie. De gemeente is niet serieus op onze bezwaren ingegaan, laat staan dat ze overleg met ons heeft gevoerd”, aldus omwonende Van Vuren gisteren tijdens een rechtszaak bij de Raad van State.

De Raad gaat onderzoeken of de vergunning in orde is. De kans dat de vergunning onderuit gaat of op bepaalde punten zal worden aangescherpt is groot. De Raad van State liet een onafhankelijke milieuadviseur een onderzoek doen naar de milieuproblematiek op en rond het bedrijf aan de Tielsestraat. De adviseur heeft kritiek op de wijze waarop de gemeente de stankoverlast heeft berekend en heeft verwerkt in de stankvoorschriften van de vergunning.

De omwonenden zijn blij met de kritiek van de adviseur. Zo vinden de bezwaarmakers dat de gemeente rekening moet houden met het feit dat er meer burgerwoningen in de buurt van de kalverenhouderij staan. Daardoor gelden strengere stanknormen dan waarvan de gemeente is uitgegaan. Of dat funest zal zijn voor de uitbreidingsplannen van Hendriks zal over zes weken uit de uitspraak moeten blijken.