De zon schijnt niet meer in Peking
Af en toe is er blauwe lucht te zien in Peking. Maar normaal gesproken schijnt de zon niet meer in de Chinese hoofdstad, een metropool van 15 miljoen mensen. Althans, schijnen doet hij nog wel, maar hij blijft verborgen achter een dikke laag smog die elke ochtend de Chinese hoofdstad omhult. Miljoenen auto’s en kolenkacheltjes, alsook een verouderde en zwaar vervuilende industrie zijn hiervoor verantwoordelijk. Alleen tijdens dagen dat de wind waait, breekt er een straaltje zon door.
Dit jaar streeft China de Verenigde Staten voorbij als het land dat de meeste kooldioxide uitstoot. Als verdediging voert China aan dat het per hoofd van de bevolking nog altijd vier keer minder produceert dan de gemiddelde Amerikaan. Maar als de industriële ontwikkeling en de economische groei in het huidige tempo doorgaan, voltrekt zich een milieuramp. Vooral aangezien de bevolking van China pas in 2050 zijn piek heeft bereikt - met een getal van 1,5 miljard mensen.Uit een recent rapport blijkt dat 30 procent van het totale aantal in het wild levende dieren in China wordt bedreigd. Van de ooit talrijke Jangtserivierschildpadden zijn nu nog maar twee exemplaren bekend. Ze worden in de dierentuin beschermd achter kogelvrij glas en onder permanente videobewaking gesteld. Wanhopig wordt geprobeerd de dieren tot voortplanting aan te zetten.
Shanxi is de zwaarst vervuilde provincie van China. Dertig procent van het Chinese steenkool wordt hier gewonnen. De stad Datong, op 300 kilometer afstand van Peking, huisvest een enorme kolengestookte energiecentrale die meer dan de helft van de energie voor de Chinese hoofdstad levert. Op de grote boulevards van Datong, met 3 miljoen mensen slechts een middelgrote stad, laveren kolenboeren met paard-en-wagen door de drukke verkeersstroom. Datong is trots op zijn toeristische attractie: de Yunganggrotten, waar reusachtige boeddhabeelden schaapachtig naar de bezoekers lachen. Maar tegenwoordig bedekt een dun laagje roet de grijnzende boeddha’s, roet afkomstig uit de nabijgelegen staatsmijn. Op zijn beurt probeert de Jin Hua Gongstaatsmijn eveneens toeristen te lokken, maar dan met de ”Mysterious Mining Underground Tour”.
Het verderop gelegen stadje Pingyao is het Volendam van China; een schitterend ommuurde vestingstad. Het lijkt alsof de tijd daar drie eeuwen heeft stilgestaan. Met recht wordt Pingyao door reisgidsen ”de sfeervolste stad van het land” genoemd. Maar een paar kilometer buiten de stad, waar westerse toeristen niet meer komen, begint een grauwe industriezone, een zwartgeblakerd landschap waar herders met roet besmeurde schapen door donkere steegjes drijven. Rivieren zijn verworden tot open riolen, waar een oranje smurrie op drijft.
Dat China door zijn centraal geleide politiek snel zaken kan veranderen, heeft het al bewezen in de stad Linfen. Tot voor kort prijkte deze stad in het zuiden van de provincie Shanxi boven aan de lijst met de tien meest vervuilde steden ter wereld. Op slechte dagen was er maar 20 meter zicht en droeg de meerderheid van de bewoners mondkapjes om zich te beschermen tegen de giftige walmen, voornamelijk veroorzaakt door de honderdduizenden die hun huis met steenkool warmstookten. Maar de meest vervuilende industrieën zijn nu van overheidswege gesloten en er is flink in gasverwarming geïnvesteerd. Sinds een jaar valt er af en toe weer een blauwe hemel te zien en zijn mondkapjes een uitzondering in het straatbeeld.
Misschien zijn de Olympische Spelen de ”wake up call” voor China. Als het land op dezelfde koers blijft doorvaren is het in ieder geval duidelijk dat er wegens ademhalingsproblemen op sportief gebied weinig records zullen worden gebroken.