Blijvende bezinning op klimaatsverandering
Sinds de presentatie van de film ”Een ongemakkelijke waarheid” van Al Gore is het thema van de klimaatsverandering niet meer van de politieke agenda weg te denken. De voormalige vicepresident van de VS heeft het onderwerp zo prominent voor het voetlicht gebracht dat hij een Nobelprijs kreeg. Reformatorische christenen hebben alle reden om zorgvuldig met het milieu om te gaan, maar zij moeten ook waken voor de overbezorgdheid die de wereld kenmerkt. De zorg voor het milieu mag geen religieuze trekken krijgen.
Wie de afgelopen winters in Nederland vergelijkt met die van twintig jaar geleden, weet dat de gemiddelde temperatuur gestegen is. Schaatsen is er niet meer bij. Er is ook steeds vaker sprake van extreme weersomstandigheden, overvloedige regenval, lange hittegolven. Nederland krijgt extra problemen met wateroverlast. De zeespiegel stijgt. De Deltawerken blijken op lange termijn niet bestand tegen het stijgende water. De rivieren kunnen het regenwater uit Duitsland onvoldoende aan.De veranderingen in het klimaat zijn mede een gevolg van het verbruik van fossiele brandstoffen. Volgens de broeikastheorie houden waterdamp en CO2 de warmtestraling van de zon vast. De broeikasgassen werken als de ruiten van een kas. Hoe meer energie er verbruikt wordt, des te warmer wordt het op aarde. Door sommige wetenschappers wordt betwijfeld of de veranderingen in het klimaat veroorzaakt worden door de CO2-uitstoot. Er zijn ook andere factoren. De discussie zal nog wel even voortduren. De meeste deskundigen zijn het er wel over eens dat het verstandig is om een beetje zuiniger aan te doen met energieverbruik.
Bevalling
Christenen geloven dat de zorg voor het milieu en de beheersing van het klimaat -zo dat laatste al mogelijk is- geen doel op zichzelf zijn. Zij zullen de zorg voor het milieu altijd verbinden aan de opdracht van de Schepper om de aarde te bouwen en te bewaren. Het geloof in de Schepper bevrijdt uit de kramp. Wat wij doen en laten, is niet zo bepalend als wij denken. Zelfs een doemscenario kan een symptoom zijn van zelfoverschatting. Alsof de mens, die zijn eigen hart nog niet kan laten kloppen, bij machte zou zijn om de aarde -die God geschapen heeft en in stand houdt- te vernietigen.
De aarde brengt intussen ook doornen en distels voort. De diepste oorzaak van de gebrokenheid in de wereld is de breuk met God. De apostel Paulus legt zijn oor te luisteren bij de schepping en hij hoort haar kreunen als een vrouw tijdens de bevalling. De schepping zucht onder de gevolgen van de zonde. In dat zuchten klinkt tegelijk het verlangend uitzien naar de uiteindelijke verlossing. De verwoesting door aardbevingen of overstromingen, de pijn van een prooi die door een roofdier verscheurd wordt, de vernietiging van een natuurgebied door een bosbrand… een christen kijkt er met andere ogen naar en beluistert daarin een zucht naar God. Ook de milieuproblemen zijn in dat licht symptomen van een stervende wereld en voortekenen van een nieuwe hemel en aarde.
Juist bij het milieu en het klimaat dringt echter de vraag naar het aandeel van de mens in de teloorgang van de schepping. De veranderingen in het klimaat en de stijging van de zeespiegel zijn -ook als de wetenschappelijke nuances meegenomen worden- een gevolg van de materialistische instelling van het rijke Westen. Blijkbaar hangt er een prijskaartje aan het ongelimiteerde verbruik van fossiele brandstoffen. Om de luxe op peil te houden, is er roofbouw gepleegd op de aarde.
Vanuit een evolutionaire visie op het ontstaan van de wereld is het eigenlijk vreemd dat mensen zich zo druk maken om het klimaat. Wat maakt het in het licht van miljoenen jaren immers uit of onze generatie een kleine koerscorrectie kan aanbrengen in het klimaat? Een logische conclusie zou zijn: er is weinig te doen, laten we ons voorbereiden op de gevolgen en ons niet druk maken over de oorzaken.
Het is opvallend dat de wereld zich meestal meer zorgen maakt over het milieu dan gelovige christenen. Misschien verraadt deze bezorgdheid een sluimerend godsbesef. Tegenover wie voelen zij zich verantwoordelijk, tegenover hun kinderen en kleinkinderen of tegenover de onbekende God?
Moeder aarde
De zorg om de beheersing van het klimaat kan verworden tot een moderne vorm van afgoderij. De milieubeweging heeft van meet af aan religieuze trekken gehad. Dat heeft de kloof tussen de linkse kerk en de christelijke politiek vergroot. Mede daarom hebben de christelijke politieke partijen het milieu -letterlijk- links laten liggen. Het religieus gekleurde fanatisme dat ook sommige dierenactivisten kenmerkt roept terecht weerstand op. Distantie blijft geboden.
Wie de Schepper uit het oog verliest, heeft altijd de neiging om de schepping te vergoddelijken. Het atheïsme -de ontkenning van God- slaat zomaar om in pantheïsme -de vergoddelijking van het heelal. In de wereld wordt steeds het schepsel geëerd en gediend boven de Schepper (Romeinen 1:25). Wie de Schepper loochent, schept zichzelf een god, de god uit de materie.
In de Griekse mythologie fungeerde de godin Gaia, moeder aarde, die werd afgebeeld als een mollige vrouw oprijzend uit de grond. Zij gaf leven en zorgde voor voedsel. Zij nam haar kinderen na hun dood weer op in haar schoot. Vandaar de uitdrukking „toevertrouwen aan de schoot der aarde” - voorwaar geen tale Kanaäns, eerder taal van de Kanaänieten. Deze oude mythologische figuur wordt door sommige milieuactivisten tot symbool verheven. Zo is er een heuse Gaiahypothese, die ervan uitgaat dat alle leven op aarde als één organisme gezien moet worden. Zonder achter alle zorgen om het klimaat moderne afgoderij te ontwaren, moeten de geesten wel goed worden onderscheiden.
God regent
Sommige christenen trekken de conclusie dat het niets uitmaakt hoe je met het milieu omgaat. Alles zal toch binnenkort vergaan! Deze houding is in strijd met de Bijbelse en dus gereformeerde theologie.
De klimaatsverandering mag onze volle aandacht hebben, maar dan niet omdat wij de wereld beheersen, maar omdat God de wereld aan onze zorgen heeft toevertrouwd en omdat we als rentmeesters ook over onze omgang met het milieu eens verantwoording zullen moeten afleggen tegenover Hem. De aarde doet er wel degelijk toe! We moeten zorgen voor ons sterfelijke lichaam, omdat het een tempel van God is. We moeten ook zorgen voor de vergankelijke aarde, omdat die de voetbank van Gods voeten is. De aarde is de stoof van God. Calvijn noemt de wereld de schouwburg van Gods glorie.
Zijn de zorgen over het klimaat dan niet in strijd met het geloof in de voorzienigheid van God? De catechismus belijdt dat loof en gras, regen en droogte, vruchtbare en onvruchtbare jaren ons uit Gods vaderlijke hand toekomen. Ook al spelen menselijke invloeden een rol, uiteindelijk is het de Heere die het klimaat beheerst. Hij bepaalt zelfs het weer. In de reformatorische subcultuur is men niet gewend te mopperen op het weer. „Het weer is niet slecht, maar de mensen zijn slecht.”
Het is wel de vraag hoe diep het besef is dat God zorgt voor het alledaagse leven. „Hij doet Zijn zon opgaan over bozen en goeden en regent over rechtvaardigen en onrechtvaardigen” (Mattheüs 5:45). Het is Gods zon die ons onverdiend bestraalt. „Het regent”, zeggen wij. De Bijbel zegt: „Hij regent.” „Het wordt lente”, zeggen wij. De Bijbel zegt dat God Zijn Geest uitzendt en het gelaat van de aarde vernieuwt (Psalm 104:30). Als de krokussen bovenkomen en de bomen uitbotten, is dat het werk van de Heilige Geest die het nieuwe leven wekt.
De discussie over de klimaatsverandering stelt christenen ook voor de vraag of zij niet innerlijk geseculariseerd zijn. Zou dat de reden zijn dat de ongelovige wereld -soms uit verkeerde motieven- vooropgaat in de zorg om Gods schepping?
Verbond
Kernachtig komt Gods blijvende zorg voor natuur en klimaat aan de orde in het verbond van God met Noach. Daar belooft de Heere dat de aarde niet opnieuw door het water zal vergaan. De regenboog is een teken van Gods verbond. Zaaiing en oogst, koude en hitte, zomer en winter, dag en nacht zullen niet ophouden tot de wederkomst.
Het is opmerkelijk dat hier voor het eerst in de Schrift het woord verbond (”berith”) wordt gebruikt. Heel nadrukkelijk worden de dieren in dat verbond betrokken. Gods zorg strekt zich uit naar „alle levende ziel”, vogels, vee, het gedierte van de aarde. De zondvloed was de grootste klimatologische ramp uit de wereldgeschiedenis. Zo’n wereldomvattende ramp, waarin alles wat adem heeft de geest geeft, zal niet meer voorkomen. Uit vrije genade -zij het algemene genade- heeft God zich verplicht om voor de wereld te blijven zorgen tot de jongste dag. De aarde is van de Heere en haar volheid, de wereld en die daarin wonen (Psalm 24:1). Alles is Zijn wettig eigendom. Met de welstand van de wereld is de eer van de Schepper gemoeid. Het lijden van de wereld gaat Hem aan het hart.
Christenen mogen geen voorzorgsmaatregelen treffen uit overbezorgdheid. Maar dat betekent niet dat voorzorgsmaatregelen altijd verboden zijn. Integendeel, soms zijn ze geboden. Bij dreigend gevaar voor inbraak of voor het vallen van een dak, zou het roekeloos zijn om geen maatregelen te nemen. Wie bidt om Gods bewaring onderweg, moet wel een autogordel omdoen. Wie gelooft dat God het klimaat beheerst, mag vertrouwen op Zijn Woord dat koude en hitte, zomer en winter niet zullen ophouden, maar moet zich dan wel inspannen om de CO2-uitstoot terug te dringen. Als wij niets doen, loopt het immers nog meer uit de hand.
Kwetsbaar
Cruciale vraag blijft wel vanuit welke houding die maatregelen genomen worden. De wereld doet dat vanuit de gedachte van de maakbaarheid van de wereld. Vandaar ook die hyperigheid en krampachtigheid. De mens die zichzelf tot God verheft denkt dat hij alles in de hand heeft, zelfs het klimaat.
Nee dus! De christen die afhankelijkheid van God leeft, neemt de voorzorgsmaatregelen niet om daarmee te heersen over de schepping, maar om daarmee de Schepper te dienen. Zorg voor het milieu moet er zijn, niet omdat de wereld maakbaar is, maar omdat zij kwetsbaar is.