Ds. Van Loon pleit in de uitzending voor „een ondernemende kerk die met lef de boer op gaat.” In de uitzending geeft de predikant zijn visie op de taak van de kerk langs twee lijnen: „De ene lijn is: algemene dienstverlening. De kerk is aanwezig in de samenleving en heeft het goede voor met mensen. De andere lijn is: het Evangelie van Jezus Christus doorgeven. Beide lijnen komen voort uit het hart van God en het hart van het Evangelie.”Volgens de predikant moeten deze doelstellingen niet „door elkaar gehusseld worden.” „Je kunt niet mensen helpen met een verborgen agenda om ze stiekem toch in de kerk te krijgen. Dat werkt niet. Dan komen mensen niet en vertrouwen ze je ook niet meer. Tegelijkertijd versterken die twee lijnen elkaar wel. Want op het moment dat je mensen helpt, roept dat bij hen vragen op. Zo ontstaat ruimte om daarop in te gaan.”

Ds. Van Loon vindt dat dienstverlenende taken in de loop van de geschiedenis door de kerk uitbesteed zijn aan christelijke organisaties.

„Maar je komt dit patroon van de twee lijnen wel tegen in de zending. Het is eigenlijk een zendingsmodel. Het eerste wat zendelingen na aankomst doen is kennismaken met de lokale bevolking, respectvol omgaan met de situatie die je aantreft, zonder daar meteen je westerse oordeel over te geven. Zo ontstonden ziekenhuizen, scholen en landbouwprojecten. Zo wordt een basis gelegd van vertrouwen, van samenwerking. Dat roept dan vragen op: Waarom doen jullie dit? Wie is jullie God? Maar ook in de zending zijn ziekenhuizen en landprojecten geen trucjes om mensen over de streep te trekken. Het is een wezenlijk deel van de zending, omdat de algemene hulpverlening rechtstreeks uit het hart van God voortkomt.”

De predikant uit Capelle verzet zich tegen het idee om dienstverlening te zien als een verlegenheidsoplossing. „Zo van: als we niet met onze woorden voor de dag durven te komen, gaan we maar dienst verlenen. Dat zou jammer zijn. Het gaat erom dat je ook goed investeert in Evangelieverkondiging, in cursussen, in programma’s voor jongeren en kinderen. Dat kan betekenen dat je je moet beperken, omdat je je vrijwilligers maar op één plek tegelijk kunt inzetten.”

Algemene dienstverlening kan een bijdrage leveren aan het imago van de kerk, vindt ds. Van Loon. „Langs de A20 staat een reclamezuil met grote letters: ”God is liefde”. Hoe kunnen mensen daar nu iets van merken, behalve wanneer christenen die liefde uitstralen? God werkt ook via onze handen, onze oren en onze ogen.”