Kabinet voert ideologische strijd
Het kabinet voert een ideologische strijd als het gaat om de sociale acceptatie van homoseksualiteit, vinden ir. B. J. van der Vlies en Gijsbert Leertouwer . Met het verzet tegen christelijke waarden en de natuur leidt de regering Nederland de verkeerde kant op.
Opnieuw is een belangrijke idylle van dit kabinet verstoord. Emancipatie van allerlei groepen loopt niet zoals gedroomd. Recent werd geconstateerd dat het proces van vrouwenemancipatie in het slop is geraakt. Nu blijkt dat óók de homo-emancipatie niet voltooid is. Het glas is vooral halfleeg en het kabinet zit met een kater. Dat is het beeld dat oprijst uit de nota ”Gewoon homo zijn” die deze week besproken is.Homoseksualiteit zou voor iedereen volstrekt vanzelfsprekend moeten zijn. Dat stelt het kabinet. In de praktijk blijkt dat fors tegen te vallen. Niet alle Nederlanders vinden dat, vooral ”orthodoxen” niet.
Voor orthodoxe christenen kan een homoseksuele relatie nooit vanzelfsprekend zijn. Allereerst omdat dat in de Bijbel ook niet zo is. De Bijbel prijst ons het huwelijk aan als een unieke gemeenschap van een man en een vrouw. Jezus Zelf is heilig overtuigd van de heiligheid van die relatie. In de Bijbel is geen enkele grond voor acceptatie van homoseksualiteit te vinden.
Ook de natuur verzet zich tegen homoseksualiteit. Feit is dat alleen man en vrouw lichamelijk voor elkaar bestemd zijn. Alleen uit deze relatie kunnen ook kinderen voortkomen. Veel Nederlanders ervaren daarom nog steeds een gevoel van bevreemding bij homoseksualiteit, zoals ook wordt geconstateerd in de kabinetsnota. De natuur staat ons niet toe idylles te koesteren bij zaken die tegennatuurlijk zijn. Het blijft een buiten-gewoon verschijnsel.
Het kabinet daarentegen wil het buitengewone gewoon maken. Bevreemding mag niet meer ervaren worden. Daarmee levert dit kabinet geen constructieve bijdrage aan de omgang met homoseksualiteit. Het beschouwt een zaak als afgedaan die nooit afgedaan kán zijn. Er is namelijk een voortdurend streven nodig naar respect en liefde voor homoseksuelen, terwijl tegelijkertijd de homoseksuele praktijk niet gerechtvaardigd kan worden. Die situatie is nooit vanzelfsprekend, laat staan ideaal.
Tolerantie
De hoofddoelstelling van de nota ”Gewoon homo zijn” is bevordering van de sociale acceptatie van homoseksualiteit. Net als bij het feminisme wil het kabinet een derde emancipatiegolf stimuleren. Dat is kwalijk, omdat dat helemaal geen taak is van de overheid.
Acceptatie van homoseksualiteit is in de ogen van Balkenende IV een verworvenheid van een open en tolerante samenleving en moet daarom van overheidswege gesteund worden. Dat is een misvatting. Juist in een tolerante samenleving mag de overheid zich niet vergrijpen aan de opvattingen van haar burgers. Tolerantie heeft juist betrekking op onze uiterlijke gedragingen. Het betekent dat we elkaar niet de hersens inslaan wanneer we fundamenteel met de ander van overtuiging verschillen.
De middelen die het kabinet in zijn ideologische strijd (want dat is het!) inzet missen bovendien doel. Miljoenen euro’s vloeien naar organisaties als COC, het Humanistisch Verbond en Platform Kerk en Homoseksualiteit. Met dat geld moeten ze openheid in orthodoxe kringen forceren en de meningen over homoseksualiteit omturnen. Alsof deze organisaties daar met open armen ontvangen worden!
Aandacht en respect voor homoseksuelen binnen de christelijke gemeente, op scholen, in de gezinnen, is belangrijk en nodig. Geen twijfel over mogelijk. Ook moet geweld tegen homoseksuelen hard aangepakt worden. Vanzelfsprekend! Bestrijding van geweld mag echter niet overgaan in ideologische dwang.
Moreel leiderschap
Deze regering wil op het terrein van homoseksualiteit moreel leiderschap tonen door het vergroten van acceptatie. Een lid van het Koninklijk Huis staat er zelfs vol waardering bij te knikken. In een tijd waarin de normale, natuurlijke verhoudingen enorm onder druk staan -echtscheidingen, jeugdproblemen- mag inderdaad moreel leiderschap worden verwacht, maar dan door een krachtige ondersteuning van het gezin. Helaas gebeurt dát nu juist niet. De regering stimuleert het uitbesteden van de kinderen en promoot het homohuwelijk, inclusief nota bene adoptie door homoparen, iets waar paars nog voor terugdeinsde. Zo leidt zij ons, maar jammer genoeg de verkeerde kant op.
Deze regering voert niet alleen een modernistische strijd tegen christelijke waarden, maar ook tegen de natuur. Die strijd is bij voorbaat verloren. Abraham Kuyper voorzag het al toen hij sprak over het modernisme, „dat alle verschil loochenend en wegcijferend, niet kan rusten eer het van de vrouw een man, van de man een vrouw heeft gemaakt, en, alle onderscheid nivellerend, het leven doodt door het onder de ban der eenvormigheid te leggen.” Het zou mooi zijn als de premier en de vicepremiers -die alle drie aan Kuypers universiteit hebben gestudeerd- op dit punt alsnog in de leer zouden gaan bij Abraham de geweldige.
De auteurs zijn respectievelijk voorzitter en medewerker van de SGP-fractie in de Tweede Kamer.