Bestuursvoorzitter René Takens van fietsfabrikant Accell (Sparta, Batavus en Koga) vertelde vrijdag dat een aandeelhouder zich aan het begin van deze eeuw beklaagde over het feit dat de elektrische fietsen zo lelijk waren. Zijn vrouw wilde graag langs de Bodensee fietsen, maar niet op een log exemplaar met een grote batterijhouder dat al twintig jaar voor mensen met een lichamelijke beperking werd gemaakt.
Een modernere versie van de elektrische fiets had Accell al wel ontwikkeld. Eentje waarin de motor is verwerkt in het achterwiel en de batterij in de buis. Maar de opmerking van de aandeelhouder overtuigde Takens ervan dat de markt voor elektrische fietsen hard kon groeien. Om van het oude imago van de fiets af te komen, werd ook een moderne naam gehanteerd: de e–bike.

De cijfers geven de topman inmiddels gelijk. Volgens branchevereniging Bovag Tweewielerbedrijven verkocht de Nederlandse fietshandel vorig jaar 90.000 e–bikes, een verdubbeling ten opzichte van 2006. Voor 2008 wordt op een groei tot 120.000 stuks gerekend.

Accell zegt nu zo’n 60 tot 70 procent van de verkoop voor zijn rekening te nemen, maar de concurrentie zit niet stil. Ook Gazelle en Giant zijn volop op het marktsegment gedoken.

Inmiddels rijden niet alleen ouderen op de fiets. Scholieren die ver van hun school wonen, verkiezen nu vaker een e–bike boven een scooter, zegt Takens. „Ik zie het in mijn eigen gemeente Hengelo in Overijssel. Wij spelen daar nu op in door de fietsen een leuk kleurtje te geven”.

De populariteit van de elektrische fiets legt Accell geen windeieren, zo blijkt uit de jaarcijfers die het bedrijf vrijdag presenteerde. De onderneming verkocht vorig jaar in totaal 3 procent meer fietsen. De omzet steeg harder, met 10 procent tot 476 miljoen euro, mede doordat de duurdere e–bikes meer geld in het laatje brengen. De nettowinst ging van 18,4 miljoen euro in 2006 naar 19,8 miljoen euro.