Belastingdienst
Hoe ernstig is het wanneer 730.000 burgers hun digitale aangifte inkomstenbelasting nog een keer moeten opsturen omdat de Belastingdienst die gegevens is kwijtgeraakt? Op het eerste gezicht niet heel dramatisch. Wie enigszins voorzichtig met zijn aangifte omgaat, en die dus niet rigoureus verwijdert van de computer nadat de aangifte is verstuurd, kan met heel weinig moeite voldoen aan het verzoek van de Belastingdienst om de gegevens opnieuw te verzenden. Veel meer dan het opnieuw plaatsen van een digitale handtekening (DigiD) en een paar muisklikken is het niet.
Daarmee is aan de kant van de belastingplichtige niet alles gezegd. Er zijn mensen die hun aangifte laten verzorgen door bijvoorbeeld een boekhoudkantoor. Immers, leuk is het invullen van de formulieren voor weinigen, makkelijk al helemaal niet.Vraag is hoe een accountant, een boekhouder of een andere externe deskundige met een verzoek van cliënten zal omgaan om de aangifte nog een keer op te sturen. Worden er dan opnieuw kosten in rekening gebracht, dan is de roep om compensatie -in welke vorm dan ook- wel enigszins op zijn plaats. De burger hoeft niet onevenredig zwaar te worden belast met fouten die door een overheidsorganisatie zijn gemaakt.
De grootste aandacht zal moeten uitgaan naar het beschadigde imago van de Belastingdienst, toch een instantie die in alle gevallen zorgvuldigheid, onkreukbaarheid en deskundigheid behoort uit te stralen. Daar is de afgelopen jaren bepaald geen sprake van.
De vrees dat het verlies van 730.000 particuliere aangiftes een triest dieptepunt is in een reeks van incidenten waarvan het einde nog niet in zicht is, is geen ongegronde angst. Kennelijk kunnen haperende ict-systemen ervoor zorgen dat honderdduizenden bedrijven acceptgirokaarten met foute rekeningnummers van de Belastingdienst krijgen. Dat was in 2004. Een jaar later moeten meer dan 100.000 werkgevers hun loongegevens opnieuw insturen. In 2006 is er gedoe met de uitkering van zorg- en huurtoeslagen.
Deskundigen brengen de huidige sores terug tot het verzuim van de ict-afdeling van de Belastingdienst om te zorgen voor een deugdelijke kopie van de ingestuurde gegevens. Dat klinkt bijna lachwekkend. De strubbelingen liggen ongetwijfeld veel dieper, waarmee de ernst van de situatie ook direct is geschetst.
Het signaal dat staatssecretaris De Jager van Financiën afgeeft door min of meer zelf het roer in handen te nemen bij de dienst, is een eerste stap in de goede richting. Ook al torst de Belastingdienst erfenissen uit het verleden met zich mee -eerdere kabinetten voerden forse fiscale wijzigingen door, die razendsnel moesten worden ingevoerd-, hij is politiek verantwoordelijk.
Het is ook vijf voor twaalf. Het blijft de vraag of De Jager tijd genoeg heeft om orde op zaken te stellen. Iedereen kan op zijn klompen aanvoelen dat in een organisatie die met zo veel problemen kampt, de kwaliteit van het lopende werk gevaar loopt. Aanpassing van procedures, reorganisaties wellicht, ze werpen doorgaans pas op termijn hun vruchten af. En dan ligt zomaar het gevaar op de loer van een tanende belastingmoraal. Dan zou Nederland pas echt ver van huis zijn.