Bewaking onderwijsvrijheid als opdracht
RIJSWIJK - „Het rapport van de parlementaire onderzoekscommissie-Dijsselbloem heeft het belang van de vrijheid van onderwijs duidelijk neergezet.”
Dr. W. Kuiper, per 1 mei directeur-secretaris van de Besturenraad, de koepelorganisatie van het protestants-christelijk onderwijs, ziet bezinning op de verhouding tussen overheid en scholen als een van de belangrijkste aandachtspunten voor de komende tijd. „Uit het onderzoek is duidelijk geworden dat de relatie tussen overheid en onderwijs opnieuw bezien moet worden. Daarbij moeten we ervoor zorgen dat de scholen voldoende ruimte houden. Ruim baan voor de professionals, juist ook omdat het rapport helder laat zien dat de overheidssturing de afgelopen jaren nu niet echt goed is uitgepakt.”Het is niet de enige reden waarom Kuiper (46) de vrijheid van onderwijs als speerpunt ziet. „De artikel 23-discussie is even geluwd, maar kan zo weer oplaaien. We moeten ervoor waken dat de onderwijsvrijheid recht overeind blijft. Ik hoop een bijdrage aan de kracht en de kwaliteit van het christelijk onderwijs te kunnen leveren. Ik geloof erg in het belang van christelijke scholen. Ze leveren kwalitatief goed werk, zijn scholen van de ouders en spelen een belangrijke rol in de geloofsoverdracht.”
Voor Kuiper, lid van de PKN, ligt zijn benoeming bij de Besturenraad, die gisteren werd bekendgemaakt, in lijn van zijn eerdere functies. „Het zit misschien wel in m’n genen. Mijn overgrootvader heeft zich als raadslid in Hasselt zeer voor het christelijk onderwijs ingezet. Grootvader van moeders kant was hoofd van een christelijke lagere school.”
Kuiper zelf is sinds 2001 lid van de directieraad van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), waar hij zich onder meer met onderwijs bezighoudt. Daarnaast is hij voorzitter van het Instituut voor Publiek en Politiek (IPP) en van de gezamenlijke rekenkamercommissie van de gemeenten Oegstgeest, Voorschoten en Wassenaar.
Kuiper, afkomstig uit Zwolle, studeerde bestuurskunde aan de Universiteit Twente. Hij doceerde dat vak aan de universiteit in Maastricht en promoveerde in 1994 op ontwikkelingen in de Limburgse lokale politiek. Voordat hij in dienst trad van de VNG was hij in Maastricht CDA-raadslid en in de jaren 1993-1999 wethouder (onder meer van onderwijs). In de Limburgse hoofdstad was hij daarna twee jaar directeur van Centre Céramique, een cultureel centrum met openbare bibliotheek en archief.
Bij de Besturenraad stonden het afgelopen jaar interim-directeuren aan het roer: eerst J. van Galen, momenteel H. van Tongeren. Van Galen werd benoemd nadat mr. H. Strietman per 1 januari 2007 vertrokken was vanwege verschil van inzicht met het bestuur over een interne reorganisatie. Strietman was directeur vanaf oktober 1998. Voordien leidde drs. G. H. Voortman de Besturenraad, vanaf 1982.
Bij de Besturenraad zijn 650 besturen aangesloten -door fusies is dat bijna de helft minder dan tien jaar geleden-, met zo’n 2250 scholen en ruim 800.000 leerlingen en studenten. Door de vorming van sectorraden als de PO- en de VO-raad overleggen organisaties als de Besturenraad niet altijd meer rechtstreeks met het ministerie. „Daar maak ik me echter niet zo veel zorgen over. Ik geloof sterk in de verenigingsstructuur van de besturenorganisaties. Daarmee zijn we duidelijk vertegenwoordigers van een achterban. Sectorraden missen dat. Zij zijn vooral geschikt als overlegplatform.”