In een peiling van de krant El Pais wees 46 procent van de Spanjaarden Zapatero als winnaar aan, terwijl 42 procent Rajoy verkoos en 12 procent vond dat de een niet voor de ander onderdeed. „Zapatero wint minimaal”, luidde de kop op de voorpagina. Peilingen van tv-zenders kwamen op ongeveer dezelfde percentages uit.De verkiezingen worden gehouden op 9 maart. Maandag zullen Zapatero en Rajoy nog een tweede debat voeren. Het ging er maandagavond fel aan toe tussen socialistische premier en de conservatieve oppositieleider. Zij sloegen elkaar met cijfers om de oren, schudden het hoofd bij wat de ander zei en begonnen nog net niet te schreeuwen toen het mislukte vredesoverleg met de Baskische afscheidingsbeweging ETA aan de orde kwam. Persoonlijke beledigingen bleven echter uit. Er werden ook geen blunders begaan en evenmin wist een van de twee de ander een beslissende klap toe te brengen.

„U hebt gelogen. U hebt de hele Spaanse bevolking om de tuin geleid”, zei Rajoy tegen Zapatero over diens mislukte geheime overleg met de ETA, dat nog voortduurde nadat de ETA in 2006 het staakt-het-vuren had herroepen en een aanslag had gepleegd waarbij twee mensen omkwamen.

„Jullie zijn degenen die gelogen hebben”, beet Zapatero terug, verwijzend naar de terreuraanslagen van maart 2004 in Madrid, die door de toen regerende partij van Rajoy nog aan de ETA werden toegeschreven toen allang duidelijk was dat ze door moslimterroristen waren gepleegd. De Spaanse kiezers straften dat af door kort daarop de Partido Popular weg te stemmen.

Toen Zapatero erop wees dat hij de Spaanse soldaten uit Irak had teruggehaald, beschuldigde Rajoy hem ervan te proberen nogmaals stemmen te trekken uit „wat er toen gebeurd is - Bush en de aanslagen van 11 maart en Irak”.

Zapatero herhaalde zijn al vaker geuite beschuldiging dat de conservatieven niets hebben gedaan om de socialisten te helpen bij hun pogingen een eind te maken aan het Baskische conflict, maar alleen hebben geprobeerd de regering van Zapatero zwart te maken door het te doen voorkomen dat zij het separatisme in Baskenland en Catalonië heeft aangewakkerd. „U hebt vier jaar gebruikt om de regering van Spanje af te kammen”, zei hij.

De Spaanse activisten voor homorechten protesteren ondertussen tegen de conservatieve oppositie. Ze zijn bang dat wanneer de Partido Popular van Rajoy aan de macht zou komen ze het recht op het homohuwelijk en op het adopteren van kinderen zullen verliezen.

Antonio Poveda, voorzitter van de Spaanse homofederatie, wil de Partido Popular vragen haar homofobische standpunt te herzien. Holebi’s hebben lang gestreden voor gelijke rechten en zijn bang dat de conservatieven de klok willen terugdraaien.

De socialistische partij van premier Jose Luis Rodriguez Zapatero heeft het homohuwelijk in juli 2005 toegelaten en heeft ook de weg vrij gemaakt voor adoptie door homoparen.

Homoactivisten hebben hard gestreden voor deze rechten en willen niet terugkeren naar een religieuze dictatuur. Democratie is een dagelijkse strijd.

De Partido Popular wordt gesteund door de Rooms-Katholieke Kerk. Het homohuwelijk is wettelijk in Spanje, Nederland, België, Canada, Massachusetts en Zuid-Afrika. Groot-Brittannië en verschillende andere Europese landen hebben een wet die aan stellen van hetzelfde geslacht gelijke rechten toekennen als heterokoppels die huwen. Voor hen geldt dan een burgerlijk partnerschap.