Schippersinternaat breidt taak uit
BARENDRECHT - De schippersinternaten willen hun activiteiten verbreden. Op die wijze hopen ze het hoofd boven water te kunnen houden. Om voor extra subsidie in aanmerking te komen, nemen de internaten onder meer taken in kinderopvang en jeugdzorg op zich.
Dat hebben de betrokken organisaties woensdag bekendgemaakt. De achttien internaten voor schippers- en kermisjeugd verkeren al geruime tijd in zwaar weer. Door daling van het aantal kinderen dat voor huisvesting wordt aangemeld, staat de werkgelegenheid onder druk, terwijl de salarissen volgens de organisaties te laag zijn.Een van de voorwaarden van minister Rouvoet van Jeugd en Gezin om voor verhoging van de subsidie in aanmerking te komen, was verbreding van de doelstelling van de schippersinternaten. Volgens de toekomstvisie die vorige week aan Rouvoet is aangeboden, hebben de verschillende stichtingen nu overeenstemming bereikt over het ter hand nemen van taken als kinderopvang, activiteiten voor jongeren met een jeugdzorgindicatie, 24 uursopvang voor jongeren die deze indicatie niet hebben, maar tijdelijk niet in een gezin opgevangen kunnen worden, en activiteiten voor jongeren die niet langer een jeugdzorgindicatie hebben, maar voor wie toch het verblijf in een reguliere gezinssituatie nog niet haalbaar is.
Op deze wijze wordt leegstand van de gebouwen en verlies van werkgelegenheid voorkomen. Twee jaar geleden opperde een aantal werknemers uit de internaten ook al lege plaatsen door probleemkinderen te laten innemen.
Medio april overlegt de minister met de Tweede Kamer over de toekomst van de internaten. In oktober zei Rouvoet de toekomstvisie van de organisaties te willen afwachten, ook al drong een deel van de Kamer aan op snelle maatregelen. Voor 2008 stelde de minister 1,3 miljoen euro extra beschikbaar. De internaten hebben gezegd per jaar 7 miljoen extra nodig te hebben.
RMU-woordvoerder C. Baggerman noemt het belangrijk dat de verschillende clusters (Meander, stichting Reformatorische Internaten voor Schipperskinderen, stichting Hervormde Internaten voor Schippersjeugd, stichting De Zuidwester) en de Vereniging Landelijk Oudercontact voor Trekkende Beroepsbevolking (LOVT) zich hebben gevonden in een gezamenlijke toekomstvisie.
Binnen de reformatorische internaten (De Merwede in Werkendam, De Driemaster in Krimpen aan den IJssel en Eben-Haëzer in Dordrecht) is het kinderaantal volgens Baggerman nog vrij stabiel, maar is het „van cruciaal belang dat tijdig de bakens verzet worden om leegstand van de internaten te voorkomen en zo optimaal mogelijk gebruik te maken van de aanwezige expertise. In de internaten zijn goed opgeleide medewerkers werkzaam, die uitstekend in staat moeten zijn om de nieuwe uitdagingen op te pakken.”
Binnen de overkoepelende organisatie Censis wordt de levensbeschouwelijke achtergrond van de besturen die de opvang van de schipperskinderen organiseren gerespecteerd. Dat betekent dat bij het streven naar een organisatievorm die levensvatbaarheid van de sector garandeert, gedacht wordt aan het vormen van een federatie of aan het zelfstandig blijven van de clusters. De koepelorganisatie doet een beroep op het ministerie om de sector hiervoor tijd en ruimte te geven.