Het bestek kon uit het water worden gered
Titel: ”Uit het water gered”
Auteur: Marga Haas en Corien de Witte-Oosse
Uitgeverij: De Koperen Tuin, Goes, 2008
ISBN 978 90 7681 525 1
Pagina’s: 104
Prijs: € 19,50.
„Ma, hoe kan het nou dat je dit bestek nog hebt?” Moeder Oosse had de watersnood van 1953 toch meegemaakt? Haar gezicht betrok. Toen begon ze te vertellen over die verschrikkelijke gebeurtenissen waarover in het gezin zelden gesproken werd. Net voordat het huis instortte, waren er nog wat spullen gered. Ook het bestek. Het was voor dochter Corien de Witte-Oosse aanleiding voorwerpen die de watersnood overleefden te fotograferen. Marga Haas tekende de bijbehorende verhalen op. Een van de geïnterviewden draagt de toepasselijke naam Springvloet.
Vijfentwintig verhalen en evenzoveel foto’s zijn nu gebundeld. Verhalen over bezittingen die tijdens de vlucht zijn meegenomen, uit het puin en de modder zijn opgediept of elders zijn aangespoeld. Ze worden zorgvuldig bewaard, omdat er soms zo weinig meer is van voor de ramp.
Bij de overlevenden werd het verlies aan persoonlijke goederen vaak royaal gecompenseerd door wat gulle gevers bijeenbrachten. Toch werd het verlies soms sterk gevoeld: Geen foto’s meer van voor de watersnood. Spullen weg waaraan herinneringen verbonden waren. Erfstukken voorgoed kwijt. Oude papieren voor altijd verdwenen.
Als een kostbaar kleinood worden dan de spullen bewaard die de vloed overleefden. Zoals het bestek van moeder Oosse, dat op de omslag van het boek is afgebeeld. Een ander voorbeeld is het kabinet dat -met waardevolle papieren en oude sieraden en al- de Oosterschelde over dreef en waarvan de eigenaar na maanden achterhaald kon worden. Een psalmbundel, uit de band en vol moddersporen, maar wél van vader. Een wandbord dat meters naar beneden gegaan (gedreven?) is zonder dat er maar een schilfer af ging. Een vulpen die na meer dan 36 jaar tijdens het ploegen uit de klei werd opgediept.
Rina Sijrier uit het Zeeuwse Nieuwerkerk ontving het overlijdensbericht van de jongen met wie ze al bijna zeven jaar verkering had. Ze zouden in de zomer van 1953 gaan trouwen. Zijn verlovingsring draagt ze nog altijd, en zijn horloge, trui, orgelboek en bladmuziek heeft ze zorgvuldig bewaard. „Het is alles wat ik van hem heb, behalve dan mijn dierbare herinneringen.”
Elk verhaal is weer anders; stuk voor stuk zijn ze indrukwekkend. Samen vormen ze een aardig boek, vlot geschreven, met een originele invalshoek. Bij een herdruk kan een inhoudsopgave met namen en woonplaatsen worden toegevoegd. Hoe persoonlijke beleving de herinnering kan kleuren, blijkt uit de verschillen tussen de verhalen van de zusters Den Haan uit Nieuwerkerk.
De verhalen laten zien hoe diep de watersnood ingreep. „Ik heb er nog lang last van gehad, van de ramp”, zegt een van de geïnterviewden. „En ik durf nog steeds niet het water in. Tot mijn knieën en dan ga ik trillen. Dus zwemmen met de kleinkinderen zit er voor mij niet in.”