Hof VS buigt zich over olieramp Alaska
WASHINGTON (ANP) – Het Amerikaanse Hooggerechtshof buigt zich woensdag over de schadevergoeding die de oliemaatschappij ExxonMobil moet betalen in verband met een olieramp bij Alaska in 1989. Door het ongeluk met de tanker Exxon Valdez verloren tienduizenden vissers hun middelen van bestaan.
De Exxon Valdez liep op 24 maart 1989 aan de grond in de Prince William Sound. Ruim 40.000 ton ruwe olie vervuilde de viswateren voor de kust van Alaska. Tienduizenden vogels en andere zeedieren stierven. Onderzoekers schatten dat driekwart van het leven in de baai door de ramp was verdwenen.ExxonMobil besteedde ruim 2 miljard dollar aan de schoonmaak van het rampgebied en trof schikkingen met diverse overheden voor nog 1 miljard dollar. Een rechtbank in Alaska bepaalde in 1994 dat ExxonMobil de ongeveer 35.000 getroffen vissers een schadevergoeding van in totaal 5 miljard dollar moest betalen.
Het olieconcern, dat vorig jaar een nettowinst van ruim 40 miljard dollar in de boeken zette, procedeert bijna veertien jaar later nog altijd tegen die beslissing. Met enig succes, want de schadevergoeding werd tot twee keer toe naar beneden bijgesteld en staat nu op 2,5 miljard dollar.
Het Hooggerechtshof behandelt woensdag een nieuw hoger beroep dat ExxonMobil heeft ingesteld. Het bedrijf, een van ’s werelds grootste oliemaatschappijen, meent dat het al genoeg is beboet voor wat nog altijd geldt als de grootste milieuramp uit de Amerikaanse geschiedenis.
Het hoogste Amerikaanse rechtscollege heeft anderhalf uur uitgetrokken voor de inhoudelijke behandeling van de complexe zaak. Normaal gesproken duren zittingen een uur. De uitspraak wordt voor juli verwacht. Een van de rechters, Samuel Alito, beslist niet mee omdat hij aandelen ExxonMobil bezit.