Tien lessen voor nieuwkomers
Buitenlanders die zich in Nederland willen vestigen, klagen er vaak over dat het Nederlands zo lastig te leren is. Elke regel kent vele uitzonderingen en de logica is vaak ver te zoeken. Een taalcursus is onmisbaar om met succes te kunnen inburgeren.
Behalve de taal moeten nieuwkomers zich nóg een lastige materie eigen maken. In Nederland kennen we het begrip vrijheid van meningsuiting. En daar moet je mee leren omgaan, want je kunt niet zómaar van alles roepen. Om verwarring te voorkomen zou het goed zijn dat bij het inburgeren de regels én de bijbehorende uitzonderingen goed worden ingeprent.Een lesje Hollandse manieren in tien stappen voor nieuwkomers.
Vooropgesteld: vrijheid van meningsuiting is niet bij iedereen in goede handen. Eigenlijk kunnen alleen kunstenaars en intellectuelen er verstandig mee omgaan. Zij beschikken ook over de juiste middelen om hun mening te ventileren: cartoon, column en cabaret.
Religie hoort bij een primitief ontwikkelingsstadium van de mens en verdient als zodanig het predicaat ”achterlijk”. Daarom was het „een beetje dom” van premier Balkenende om tijdens een televisiekerkdienst op RTL5 te zeggen dat je zonder geloof niet kunt functioneren. Daarmee kwetste hij niet-gelovigen diep. Gelukkig stelde de PvdA kritische Kamervragen.
Oorlogen komen per definitie voort uit religieuze conflicten. Uitzondering daarop is de Tweede Wereldoorlog.
Menselijk leven is evolutionair gezien minder dan dierlijk leven. Let dus op het juiste taalgebruik: een mens gaat dood, een dier sterft of overlijdt. Correct is dus: „Lisis, het konijn van president Valdis Zatlers van Letland, is overleden.” (De Telegraaf) En: „Om mensen te vertellen dat iemand is doodgegaan stuurt de familie speciale kaarten.” (www.uitvaart.nl).
Nóg een belangrijk onderscheid (het gaat om de nuance): mensen die protesteren bij abortusklinieken zijn fundamentalisten, mensen die nertsen uit fokkerijen loslaten zijn activisten.
Vermijd de film ”Silent scream”, die laat zien hoe een abortus provocatus in zijn werk gaat. Dergelijke beelden werken op het sentiment en vormen een bedreiging voor het zelfbeschikkingsrecht van de vrouw. Een reclamefilmpje waarin te zien is hoe jonge zeehonden met een hoge aaibaarheidsfactor worden doodgeknuppeld is juist wél een effectieve methode om dit schrijnende onrecht aan de kaak te stellen.
Klop niet aan bij een instelling als de VBOK. Opkomen voor ongeboren kinderen is echt niet meer van deze tijd. Gelukkig is er de organisatie ”Opgeruimd staat netjes”, die het aandurft om een stand van de VBOK in de Leidse grachten te dumpen met als motivatie: „Organisaties die met sentimentele verhaaltjes aankomen, en beelden van foetussen laten zien om de keuze van vrouwen te beïnvloeden, verdienen geen plek in de algemene ruimte.”
Maak niet de fout om in verband met abortus te verwijzen naar praktijken in nazi-Duitsland. Hetzelfde geldt voor euthanasie. Toen de Italiaanse minister Carlo Giovanardi een paar jaar geleden deze fout wel beging, zorgde hij voor een diplomatieke rel met Nederland. Oppassen dus.
Het is de taak van de publieke omroep om pornofilms uit te zenden. Het is niet verplicht naar dergelijke uitzendingen te kijken, maar iedereen draagt financieel een steentje bij via de belastingen. Politieke partijen die vrouwen écht discrimineren, verspelen uiteraard het recht op subsidie van de gemeenschap.
Zeg niet dat een moeder een betere opvoeder van haar kroost is dan medewerkers van een kindercrèche. Daarmee grief je de laatsten onnodig.
Laat geen heimwee blijken naar de jaren vijftig. Beter is het om nostalgische gevoelens te concentreren op de jaren zestig en zeventig.
Rudy Ligtenberg
Reageren aan scribent?beeldenstorm@refdag.nl.