Teeven wil onder meer weten waarom het kabinet alsnog besloten heeft tot een onderzoek van de rijksrecherche naar deze brand, waarbij een schilder om het leven kwam. Hij wil ook weten waarom de taakomschrijving van het onderzoek niet openbaar is gemaakt.

De brand in het Catshuis ontstond door gebruik van het verboden oplosmiddel thinner. Ambtenaren van Algemene Zaken en de Rijksgebouwendienst zouden daarvan geweten hebben, maar die informatie zou jarenlang zijn achtergehouden.

Het bedrijf waar de omgekomen schilder werkte, werd door de rechter veroordeeld tot een boete van 15.000 euro. De rechter sprak daarbij het vermoeden uit dat ambtenaren op de hoogte geweest waren van het gebruik van het verboden middel. Maar het gerechtshof in Den Haag oordeelde een jaar geleden dat er onvoldoende bewijs was dat de Staat schuld had aan de dood van de schilder.

Sindsdien bleven er signalen opduiken dat ambtenaren meer geweten moeten hebben en dat de zaak in de doofpot is gestopt. Vooral RTL Nieuws beet zich vast in het onderwerp. Het kabinet vroeg begin deze maand na berichten van RTL aan het Openbaar Ministerie om de Rijksrecherche een onderzoek te laten doen.

De weduwe van de omgekomen schilder deed maandag in het AD een oproep aan premier Balkenende om openlijk te erkennen dat ambtenaren medeverantwoordelijk waren voor de Catshuisbrand. Ze vindt dat haar dode man „de schuld in de schoenen geschoven krijgt”.

Balkenende wil voorafgaande aan het debat niet reageren op deze oproep, aldus de Rijksvoorlichtingsdienst.