Burgemeester
De gemeenteraad van Noord-Beveland beveelt een SGP’er aan als burgemeester. Dat is mooi. En dat mag zwart op wit bovenaan staan. Omdat iemand die de naam christen draagt zich doorgaans op een andere manier bemoeit met openbare orde, veiligheid en bestuur dan een linkse liberaal of strikte socialist. Weliswaar zit een burgemeester niet primair op z’n stoel als representant van een partij. Hij kan niet alles naar zijn hand zetten. Juist als christen kan hij echter -indien hij er oog voor heeft- kwalijke ontwikkelingen in gunstige zin beïnvloeden.
Toch heeft de voordracht iets treurigs. Wij wisten als christenen kennelijk niet te voorkomen dat ons volk z’n -in zekere zin- gereformeerd verleden vergat. Wij wisten onvoldoende helder te maken dat Gods dienst een liefdedienst is. De cultuur eist van de kandidaat acties die strijdig zijn met christelijke beginselen. De uitleg van de lokale PvdA-leider was veelzeggend: Als hij principiëler was geweest, was hij niet onze man geweest. De kandidaat blijkt bereid tot het compromis.Sommigen ervaren het als treurig dat de voordracht orthodoxe christenen ertoe bracht de kwestie van de zondagse actie direct ter sprake te brengen. Maar Nederland kent nu eenmaal meer dan menige andere natie een historie waarin de zondagsviering nauw is gerelateerd aan het sabbatsgebod. Dat is geen flauwekul. Gereformeerde theologen onderbouwden dat vanuit de Bijbel. Daarom is het begrijpelijk -en niet treurig- dat er bij de vreugde over zo’n voordracht verdriet aan de orde komt over het ter discussie staan van christelijke normen en waarden.
Tal van christenen elders in de wereld nemen het minder nauw. Een orthodoxe lutheraan stapt na een zendingsconferentie rustig op zondag in het vliegtuig. Een evangelical die de goddelijke inspiratie van de Heilige Schrift van de eerste tot de laatste letter serieus neemt, doet dingen op zondag die Nederlandse gereformeerden als zonde zien. Het gesignaleerd ruimdenkend gedrag vormt echter geen reden de norm los te laten die in onze cultuur lang de toon aangaf. Het kan slechts tot zegen zijn vast te houden aan dat verleden.
Toch komt ook hij die de opstandingsdag van Christus hoog heeft soms tot een compromis. Over de grenzen daarvan hebben calvinisten veel gediscussieerd. Hoe lang mag een compromis dat de eigen traditie om zeep helpt, duren? Wanneer verandert zo’n vergelijk in het feitelijk maar accepteren van de met Gods gebod strijdige werkelijkheid? Zonder daar nog leedwezen over om te dragen? Want dat hoort tot de kenmerken van een compromis. Verdriet. Degenen die compromissen sluiten, zouden die pijn op z’n minst duidelijk mogen verwoorden.
Overigens vervagen van lieverlee de grenzen. Toen de CU in het kabinet stapte vonden nogal wat SGP’ers dat de nieuwe regeringspartij te veel concessies deed. Met name op het medisch-ethische vlak. Voor wie zelf ook compromissen sluit, blijkt het steeds moeilijker anderen verwijten te maken. Op z’n minst blijkt het bedrijven van en het nemen van verantwoordelijkheid in de politiek voor een christen steeds moeilijker. Dat maakt het nodig voorzichtig te zijn met grote woorden over anderen. Alleen Gods Woord en gebod hebben recht van spreken.
In onze samenleving is -althans formeel- sprake van grote openheid. Het populisme maakt daar gretig gebruik van in zijn poging om vanaf de straat en via de media mee te regeren. Dat gaat niet voorbij aan orthodoxe christenen. Ook wij denken al gauw te moeten meepraten. Soms met overslaande stem. Dat vormt een risico bij de voordracht voor Noord-Beveland. Het is nuttig dat het SGP-hoofdbestuur eens indringend met de kandidaat spreekt over zijn keuze. Maar laten wij ervoor oppassen niet met vlammende woorden in een soort hetze te belanden. Wat valt ermee te redden als christenen voor het oog van de hele samenleving ruziënd over straat te rollen?