Opinie

Rare patstelling in kwestie gezinspolitiek

Het pleidooi van minister Rouvoet voor een debat over de bevolkingspolitiek is helemaal niet raar, stelt Peter Cuyvers. Vorige week nog heeft het Europees Parlement een resolutie aangenomen waarin wordt gepleit voor gezinsvriendelijke maatregelen als een belangrijke remedie tegen de vergrijzing.

22 February 2008 20:57Gewijzigd op 14 November 2020 05:34
„Waar vroeger vrouwen vaak onder druk meer kinderen kregen dan ze wilden, krijgen ze er nu minder dan ze willen. Een op de vijf vrouwen blijft kinderloos, van wie meer dan de helft ongewenst. De meerderheid van de vrouwen die maar één kind krijgen, had er
„Waar vroeger vrouwen vaak onder druk meer kinderen kregen dan ze wilden, krijgen ze er nu minder dan ze willen. Een op de vijf vrouwen blijft kinderloos, van wie meer dan de helft ongewenst. De meerderheid van de vrouwen die maar één kind krijgen, had er

Minister Rouvoet (Jeugd en Gezin) is in de media geportretteerd als iemand die een soort neochristelijk offensief uit de oude doos aan het voeren is. Als iemand die zich in de intimiteit van de slaapkamer wil begeven om het ”Gaat heen en vermenigvuldigt u” uit te spreken tegen vrouwen (en mannen) die zich net bevrijd hebben van de traditionele voortplantingsdwang.Niets is echter minder waar. Vorige week heeft het Europees Parlement een resolutie aangenomen waarin wordt gepleit voor gezinsvriendelijke maatregelen als een belangrijke remedie tegen de vergrijzing. Een resolutie waar jaren voorwerk in zit in de vorm van studies en debat, een resolutie waarmee een oud taboe is doorbroken op grond van de modernste inzichten en gegevens.

Omkering
Wat zijn die inzichten? Tal van studies hebben aangetoond dat er sprake is van een ”omkering” in het onderhandelingsproces tussen mannen en vrouwen als het gaat om gezinsvorming. Waar vroeger vrouwen vaak onder druk meer kinderen kregen dan ze wilden, krijgen ze er nu minder dan ze willen. Dat heeft te maken met tal van factoren, zoals de toegenomen opleidingstijd, het feit dat het langer duurt om een geschikte partner te vinden en de zeer slechte voorzieningen voor de combinatie van gezin en werk.

Al die factoren leiden tot uitstel van de kinderwens, en van uitstel komt weer afstel. Een op de vijf vrouwen blijft kinderloos, van wie meer dan de helft ongewenst. De meerderheid van de vrouwen die maar één kind krijgen, had er liever nog een gehad. En veel vrouwen met twee kinderen willen best graag nog een derde, maar zijn inmiddels te oud, of verliezen de strijd in de onderhandeling met hun partner. Vrouwen krijgen tegenwoordig hun eerste kind immers gemiddeld pas op bijna 30-jarige leeftijd, voor mannen is dat ruim 33. Het derde kind komt dan rond de 40, en veel paren vinden dat toch te laat.

Al die factoren bij elkaar leiden tot een ’negatief saldo’ van tienduizenden kinderen die wel worden gewenst maar niet worden geboren. Ik heb zelf in opdracht van de Europese Unie in verschillende landen diepteonderzoek gedaan naar jonge paren en ouders in verschillende leeftijdsfasen, en het patroon was overal hetzelfde. Vrouwen vertelden over moeizame onderhandelingen aan de keukentafel, waarbij de voors en tegens van (nog) een kind werden afgewogen in een omgeving die te weinig tegemoetkomend was in verlofregelingen, kinderopvang of financiële steun. Het zijn immers nog steeds de gezinnen zelf die het leeuwendeel van de kosten van kinderen voor hun rekening nemen.

Proactief beleid
Intussen is ook in tal van internationaal vergelijkende studies vastgesteld dat daar de schoen wringt en er zijn landen die met succes een proactief beleid gevoerd hebben. Om het kort samen te vatten: vooral daar waar jonge ouders konden kiezen uit een mix van voorzieningen, en die konden laten aansluiten bij hun eigen behoeften, steeg het geboortecijfer inderdaad. En dat is ook logisch, want elk gezin is verschillend. Als partners prijs stellen op zo veel mogelijk gezinstijd, hebben ze liever ouderschapsverlof; als ze werk en gezin willen combineren, is er kinderopvang nodig; en met meer geld kunnen ze bij wijze van spreken allebei inkopen.

De totaalconclusie is dan ook uiterst simpel: onze samenleving is in een rare patstelling terechtgekomen. Vrouwen willen graag meer kinderen dan ze krijgen - en we hebben die kinderen ook hard nodig. Echter, zodra een minister daarop wijst, krijgt hij pavlovreacties over bevolkingspolitiek. En dat zijn pas echt opmerkingen uit de oude doos.

Overigens -ere wie ere toekomt- is minister Rouvoet niet echt de eerste minister die het thema op de politieke agenda wilde zetten. De eerste kabinetsminister die het taboe doorbrak, was Melkert. Als minister van Sociale Zaken kwam hij speciaal langs bij de Kamercommissie die de eerste gezinsnota aller tijden in Nederland behandelde, die van staatssecretaris Terpstra. Melkert kwam net terug van een bijeenkomst van OESO-ministers waar de geboortecijfers agendapunt 1 waren geweest, en hij vond dat Nederland dit ook serieus moest nemen. Niet dus. En zijn partijgenoten zijn dat kennelijk ook allang vergeten.

voetnoot (u17(De auteur was werkzaam als beleidsmedewerker van de Nederlandse Gezinsraad (NGR). Nu is hij directeur van Family Facts, een adviesbureau voor vraagstukken op gezinsterrein.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer