Volgens het platform moeten overheid en bedrijven tot en met 2016 jaarlijks elk 3 miljard euro extra investeren in de kenniseconomie. Voor de overheid komt dat neer op 1,5 miljard aan het einde van deze kabinetsperiode, in 2011.Lid van het Innovatieplatform A. Rinnooy Kan stelt dat het kabinet tegen dat jaar ongeveer 700 miljoen te weinig zal uittrekken voor het versterken van het wetenschappelijk onderzoek in Nederland en het benutten van deze kennis.

„Investeringen in onderwijs en wetenschap blijven achter”, concludeert hij samen met Gerard Kleisterlee, bestuursvoorzitter van Philips, en Robbert Dijkgraaf, die binnenkort aantreedt als president van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW).

Zo zijn de publieke investeringen in research en development als percentage van het bruto binnenlands product (bbp) zelfs aan het dalen. En Rinnooy Kan, ook voorzitter van de Sociaal-Economische Raad (SER), Kleisterlee en Dijkgraaf stellen dat vergeleken met 2006 op dit moment minder achterstandsleerlingen extra taalles krijgen. Ook volgen minder volwassenen een cursus naast hun werk.

Hoewel Rinnooy Kan vertrouwen heeft in de manier waarop het kabinet de leerachterstanden aanpakt, is hij somber over het aantal volwassenen dat zijn kennis bijspijkert. De doelstellingen van het Innovatieplatform omtrent het aantal mensen met een hoge opleiding en een technische studie noemt hij onhaalbaar.

Kleisterlee maakt zich vooral zorgen over het aantal Nederlanders dat zelf een zaak op poten wil zetten. „Met name met het ondernemerschap gaat het niet goed in Nederland”, stelt hij.

De drie prominenten richten hun kritiek dan ook niet alleen op de overheid. Zo zijn Nederlandse bedrijven in vergelijking met ondernemingen in andere Europese landen veel minder bereid te investeren in ontwikkeling. Vooral Scandinavische bedrijven blinken daarin uit. Het is voor Rinnooy Kan een raadsel waarom Nederlandse bedrijven de hand op de knip houden. Hij ziet graag snel onderzoek daarnaar.