Moordenaar Louis Sévèke kickte op explosieven
ARNHEM - De linkse radicaal Marcel T., de moordenaar van de Nijmeegse activist Louis Sévèke, was geobsedeerd door explosieven. Tijdens zijn opleiding organische chemie was hij vooral geïnteresseerd in het vervaardigen van bommen.
Marcel T. „las alles wat los en vast zat” over explosieven, zo meldde de Arnhemse rechtbank vanmorgen. Het proces tegen Marcel T. ging onder massale belangstelling van pers en publiek van start. T. heeft bekend Sévèke in november 2005 te hebben doodgeschoten. De man kende Sévèke uit de Nijmeegse krakerswereld.In twee kluizen van Marcel T. in Rotterdam zijn materialen voor explosieven gevonden. Ook werden er twee autobiografieën (een schriftelijke en een digitale versie) van de verdachte aangetroffen. Daarin stonden titels als ”Het leven is een eenmansgevecht” en ”Het leven van een buitenstaander”. Marcel T. schreef de epistels vanaf de zomer van 2005. Hij zei „niemand meer te hebben om het leven mee te delen.”
Marcel T. ontpopte zich halverwege de jaren negentig van de vorige eeuw tot een radicale linkse activist. Hij zei zich te willen richten tegen het „kapitalistische systeem.” De anarchist oefende met zijn explosieven in bossen om aanslagen op banken voor te bereiden. „Er moest iets gebeuren, als een zandkorrel in een machine”, schreef de 39-jarige man in zijn autobiografie. Zo wilde hij de Franse bank Banque Paribas in 1996 te grazen nemen, omdat Frankrijk atoomproeven deed.
De rechtbank stond vanmorgen stil bij een zestal aanslagen die Marcel T. halverwege de jaren negentig pleegde. De anarchist had het voorzien op banken en benzinestations. Zo sloeg hij in april 1994 toe bij een BP-station in Nijmegen. Hij gooide een ruit in, wierp een fles met brandbare vloeistof naar binnen en gooide er een brandende krant achteraan. Op een muur kalkte hij de leus: ”De vervuiler betaalt”.
T. beweerde vanmorgen dat het hem bij de aanslagen alleen te doen was om „economische schade” aan te brengen. Hij zou beslist geen slachtoffers willen maken. „Tussen de ontsteking en de ontploffing zaten ongeveer vijftien seconden. Vooraf keek ik of er mensen in de buurt waren. In principe was dat veilig.”
Aanklager A. van Veen hield de verdachte vanmorgen voor dat hij bij een bank een aanslag pleegde, waarop een kookwekker op enkele minuten stond afgesteld. Dat zou betekenen dat de kans op slachtoffers wel degelijk bestond. Marcel T. gaf dat vanmorgen min of meer toe. Marcel T. raakte ernstig teleurgesteld in de Nijmeegse krakerswereld toen bleek dat linkse actievoerders hem ervan verdachten een infiltrant te zijn van de veiligheidsdienst BVD. In zijn autobiografie schreef Marcel T. daarover geschokt te zijn. „Het verraad heeft mij kapot gemaakt. Ze wilden mij zwartmaken. Ze hebben mij onterecht beschuldigd. De insinuaties en beschuldigingen lieten weinig aan de verbeelding over. Ik ben anarchist en bestrijd het kapitalistische systeem. En dan word je zwartgemaakt en uitgemaakt voor infiltrant. Dat is onbeschrijflijk.”
Vanaf 1999 pleegde Marcel T. ook een zestal bankovervallen. Vooraf maakte hij voor zichzelf een lijstje met redenen om de banken te overvallen. Opvallend punt in dat lijstje is dat T. de banken wilde overvallen om het imago van infiltrant van inlichtingendiensten van zich af te kunnen schudden. T. verkende vooraf de omgeving. In de banken bedreigde hij het personeel met een alarmpistool. De overvallen maakten niet altijd een even professionele indruk. „In de stress viel ook nog de sjaal van mijn gezicht”, verklaarde Marcel T. later over een bankoverval. De verdachte moest vanmorgen zelf glimlachen toen de voorzitter van de rechtbank de bankovervallen besprak. Toen de rechtbank zich daarover ontstemd toonde, reageerde Marcel T. met de woorden: „Het klinkt wel grappig.”