„Rouvoet legt vinger op de zere plek”
APELDOORN - De oproep van minister Rouvoet (ChristenUnie, Jeugd en Gezin) tot bezinning op het dalend geboortecijfer is zakelijk en zinnig. De vele reacties laten zien dat hij een snaar heeft geraakt.
Lees het interview met minister Rouvoetin De Pers.Dat stelt hoogleraar reformatorische wijsbegeerte prof. dr. J. Hoogland. In een interview dinsdag met het gratis dagblad De Pers noemde Rouvoet een discussie over bevolkingspolitiek „interessant.”
Om de gevolgen van de vergrijzing op te vangen, is een geboortecijfer van gemiddeld 2,1 kinderen per vrouw ideaal, stellen economen. Onder andere Scandinavische landen halen dat, in tegenstelling tot Nederland, waar het geboortecijfer is gedaald naar gemiddeld 1,7 kind per vrouw. Rouvoet laat in het interview doorschemeren dat hij in kaart wil brengen hoe deze verschillen verklaard kunnen worden. Met name met de suggestie dat hij een stijgend geboortecijfer wenselijk acht, maakte hij maatschappijbreed een brede stroom aan reacties los.
D66-Kamerlid Koser Kaya noemde woensdagmorgen in Trouw het openbreken van de arbeidsmarkt een veel beter middel om de kosten van de vergrijzing op te vangen. SP-Kamerlid Langkamp verklaarde in De Pers „het hele verhaal over de kosten van de vergrijzing” onzin te vinden, maar wil wel praten over het wegnemen van belemmeringen die stellen met een kinderwens ervaren. Het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI) en het Centraal Planbureau (CPB) becijferden dat een stijgend kindertal van de overheid financiële investeringen vergt, zodat het niet zonder meer als remedie tegen de extra kosten van de vergrijzing kan worden gezien.
Naar aanleiding van deze reacties verspreidde Rouvoets ministerie voor Jeugd en Gezin dinsdag een toelichting op de uitspraken van de minister. „Het mag niet zo zijn dat mensen die wél kinderen willen, daar maar niet voor kiezen omdat bijvoorbeeld flexibele werktijden en verlof niet goed zijn geregeld”, aldus de toelichting van Rouvoet, die verder benadrukt: „Of en wanneer mensen kinderen willen hebben, is hun eigen keus.”
Volgens Hoogland brengt Rouvoet met de persverklaring de zaak terug tot de kern: hij wil gewoon een actief gezinsbeleid voeren. „Nogal wat reacties zijn zakelijk van toon. Kennelijk zijn we toe aan een serieus debat over datgene wat mensen kan belemmeren in hun kinderwens.”
Op het wetenschappelijk instituut voor de SGP is het interview met Rouvoet goed gevallen. Medewerker drs. J. W. van Berkum: „Wij kunnen ons scharen achter zijn opvatting dat de overheid gezinsvorming moet stimuleren, al hebben mensen hierin hun eigen verantwoordelijkheid. Verder moeten we beducht zijn voor een eenzijdige, technische benadering van dit onderwerp.”