Bruggen bouwen in de eindtijd
NIJKERK - Het Jeruzalem Bijbel Centrum hield zaterdag zijn jaarlijkse conferentiedag in Nijkerk. Drie uitgenodigde Joodse sprekers van het hoofdkantoor in Jeruzalem riepen op tot wederzijdse waardering tussen Joden en christenen.
Christenen zijn vaak ingenomen met zichzelf en hebben weinig kennis van hun Joodse wortels, vindt George Ekeroth, predikant in San Diego (VS) en een van de bestuursleden van de organisatie. „Maar ik geloof dat het Bijbelcentrum een deel is van de verzoening tussen Joden en christenen. Ik roep u op om te handelen als de Bereeërs uit Handelingen 17. Luister naar elkaar met een open houding en zoek het thuis na in de Bijbel.”De conferentie in Nijkerk had als thema ”Geen dag en geen nacht”. Naar aanleiding van Zacharia 14:7 werd er nagedacht over hoe Joden en christenen in de eindtijd bruggen kunnen bouwen. Tevens vertelden de sprekers over het reilen en zeilen van het centrum in Jeruzalem.
Ethiopische Joden
Shlomo Hizak, directeur van het centrum, riep de ongeveer tachtig belangstellenden, -van rooms-katholiek tot evangelisch en gereformeerd- op om te beginnen met zingen. Ook na elke lezing zette hij in, ondanks de soms wat lauwe reactie uit de zaal. „God heeft u gemaakt en uitgekozen. Wat kunt u anders doen dan Hem groot te maken door te zingen? Het is goed om geestelijke ontspanning te hebben in de Heer.”
Hizak vertelde hoe het Bijbelcentrum bijna 3 miljoen Bijbels in veertig verschillende talen heeft uitgegeven. Momenteel werkt het centrum aan een project om 120.000 Ethiopische Joden te helpen. „Ze hebben veel oorlogsgeweld meegemaakt, zijn vaak analfabeet, en kunnen lastig integreren in Israël.” Toch blijft hij positief: „God heeft gezegd dat een overblijfsel uit Ethiopië zal komen.”
Met een beurs wil hij 35 Ethiopiërs laten studeren. „We zijn maar een kleine organisatie, maar we proberen op bescheiden schaal te helpen.” Na een vraag of de aanwezigen ook willen bijdragen aan de kosten, kwam er ruim 7000 euro binnen.
Samenwerking
Daniel Gwertzman, medewerker bij het centrum, ging in op samenwerking in de eindtijd. Hij vindt het treurig dat de aartsbisschop van Canterbury, Williams, een deel van de sharia wil invoeren. „Minister Donner zei een poos geleden iets vergelijkbaars. Ook in Nederland zijn er steeds meer gevallen van antisemitisme.”
„Het is altijd makkelijk om over de eindtijd te spreken. Maar het is moeilijk te beseffen dat alles kan veranderen. Wat je nu hebt als Joden en christenen, kun je morgen verliezen. Daarom moet je weten wat je gelooft.”
Gwertzman verduidelijkte dat met de geschiedenis van Israël voor de Rode Zee. „Achter hen was het leger van Egypte. Volgens de Joodse overlevering was het Joodse volk verdeeld over wat ze moesten doen. De een wilde zich overgeven, de ander wilde vechten, een volgende bidden. Maar de meesten gingen gelukkig recht op het doel af, de Rode Zee in.”
Gwertsman vervolgt: „Ze plonsden in zee, tot op hun ziel. Die zit boven je neus,” wijst hij aan. „Dan kun je niet meer ademhalen. Dat was voor God het bewijs van geloof.”
„Ik roep niet op tot oorlog, niet om in een hoekje te bidden of om in de woestijn te vluchten, maar gewoon de zee in te lopen. Draag je geloof uit, niet op een islamitische manier. Maar wees ook niet islamofoob. God wil zelfs niet dat je Jood wordt, maar wel dat je in actie komt en de kansen aangrijpt die God geeft.”