In die verklaring wordt het voornemen uitgesproken verder te onderzoeken of de moskee op de plaats van een leegstaande christelijke school kan worden gebouwd. De komende maanden wordt met name gekeken naar de economische haalbaarheid en de planologische uitvoerbaarheid. De intentieverklaring betekent voor de gemeente een inspanningsverplichting. Men kan niet zomaar stoppen met het proces. Als vaststaat dat de moskee inderdaad gaat verhuizen van haar huidige stek aan de Boëtiusstraat naar het plein aan de Tulpstraat, circa 100 meter verderop, komt het college voor goedkeuring terug naar de raad.Overigens zijn veel fracties nog niet zo ver dat ze zonder meer akkoord gaan met de nieuwbouw van de moskee. Met name de PvdA en de ChristenUnie zien flinke voetangels en klemmen, maar wilden de plannen op dit moment niet blokkeren. „Ik snap de ongerustheid van de omwonenden. Op tal van punten moet er meer duidelijkheid komen. Onder meer waar het gaat om het aantal bidplaatsen, de parkeerplaatsen en het winkeltje in de moskee”, aldus ChristenUniewoordvoerder D. J. van der Hek.

SGP-voorman A. Keppel was als enige mordicus tegen de komst van de moskee naar de Tulpstraat. Hij vindt het gebouw -met minaret- veel te dominant op die plaats, is bang voor verkeersoverlast in de smalle straatjes rond de moskee, waarschuwt voor de financiering door een islamitische stichting met banden in Turkije en vindt dat het college met de aankoop van de oude moskee het bestuur erg bevoordeelt. Het meest heeft de SGP’er zich geërgerd aan de partijdigheid van het college, dat volgens Keppel bij de plannenmakerij en de verdere aanpak onder één hoedje heeft gespeeld met het moskeebestuur. „Geen wonder dat de bewoners vinden dat er niet naar hen geluisterd wordt. Ik kan u uit de droom helpen: dat was ook nooit de bedoeling.”

Keppel wees er op dat hij destijds had ontdekt dat het college een marketingbureau had ingehuurd om de moskee „in de markt te zetten. Dat bureau had doelstellingen zoals: neem de zorgen van omwonenden weg, kweek begrip, voorkom onrust en herken je tegenstanders en geef hun een rol. Dat is met de omwonenden gebeurd. Die hele inspraak in de werkgroep Goede Buren was een act voor de bühne.”

Desondanks stelde wethouder P. Groeneweg vast dat er voldoende draagvlak bestaat om door te gaan. „Er zijn veel vragen en er moet nog veel onderzocht worden, maar vooralsnog lijkt het haalbaar.”

„Waarom wordt er niet serieus naar ons geluisterd?” Dat was gisteravond de hartenkreet van M. de Visser namens de bewonersgroep Leliestraat en Tulpstraat. De woordvoerder laakte de gang van zaken in de werkgroep Goede Buren en de rol van de gemeente Leerdam daarin.

De Visser wees erop dat omwonenden in 2005 en 2006 het college herhaaldelijk hebben gevraagd naar de bestemming van de voormalige school aan de Tulpstraat. „Er werd omheen gedraaid. Later bleek dat gemeente en moskeebestuur al volop bezig waren met de voorbereidingen voor de nieuwe moskee. De buurt wist van niets.” Vandaar dat men zich -net als de wijkraad en een instantie als Eigen Woning Leerdam- overrompeld voelde door de plannen van gemeente en moskeebestuur om op de plaats van de school een nieuwe moskee te bouwen.

De bewoners zijn op zich niet tegen de bouw van de moskee, maar hebben bezwaar tegen de gekozen locatie. Ze vinden het gebouw te massaal en voorzien verkeers- en parkeerproblemen. Veel huizenbezitters zijn bovendien bang dat de waarde van hun woning door de komst van het gebouw vermindert.