Op de grens van kerk en gezelschap
Titel: ”Uw gangen zo vol roem en eer. Uit het leven van Betje Duijzer en haar vrienden”
Auteur: J. P. Neven
Uitgeverij: Den Hertog, Houten, 2007
ISBN 978 90 331 2090 9
Pagina’s: 222
Prijs: € 19,90.
Naast de belangstelling voor de kleine kerkgeschiedenis is er de laatste jaren een groeiende interesse voor het gezelschapsleven waar te nemen. Een van degenen die daarover publiceerden is de heer J. P. Neven. Eind vorig jaar verscheen van zijn hand een boek over thuislezer Betje Duijzer uit Brakel (1874-1970) en haar omvangrijke vriendenkring. Elizabeth Maria Duijzer werd in Dordrecht geboren en overleed te Brakel. Nadat God in haar leven gekomen was, kreeg zij vrijmoedigheid om daarover te spreken en te schrijven. Zij bezocht gezelschappen en onderhield een uitgebreide correspondentie met haar vele vrienden. Ze was onkerkelijk en las thuis de preken van oudvaders als Boston, Van der Groe, Van Lodenstein en Justus Vermeer. Haar kinderen stuurde ze echter wel naar catechisatie.
Twee van haar zonen waren in de tweede helft van de twintigste eeuw leidinggevende en beeldbepalende ouderlingen in de gereformeerde gemeente van Brakel. Een van hen, P. H. Duijzer, schreef rond 1980 (enkele jaren na het overlijden van Betje Duijzer) vanuit zijn eigen herinnering een tweetal boekjes over zijn moeder en haar vrienden. Beide boekjes zijn geschreven vanuit een warme verbondenheid en ademen de sfeer van bevindelijke vroomheid.
De auteur van ”Uw gangen zo vol roem en eer” maakte voor het samenstellen van zijn vrij uitvoerige levensschets van Betje Duijzer gebruik van de historische gegevens uit beide boekjes. Hier en daar voegde hij wat nieuwe gegevens toe. Zo vond hij in bewaard gebleven brieven van Betje gedeelten waarin ze vertelde over wat ze las en over de vrucht daarvan voor haar geestelijk leven. Het regelmatig citeren uit Betjes brieven geeft aan deze levensschets een authentiek karakter. Betje had een stichtelijke manier van schrijven. Met haar vrienden en vriendinnen sprak en schreef ze graag over de gangen die de Heere met haar hield. Het waren voor haar veelal druk- en proefwegen, maar daardoor bracht de Heere haar wel dichter bij Zichzelf.
Breed en interkerkelijk
Behalve de levensschets van Betje Duijzer nam de auteur in zijn boek een tiental kortere levensschetsen op van personen uit de vriendenkring van Betje. Onder hen bevinden zich bekende personen als de thuislezer Jacobus Boot uit Delft, de ouderling van de gereformeerde gemeente in Nederland te Alblasserdam Herman Bas, de latere oud gereformeerde predikant Johannes Willem Slager, maar ook eenvoudige mensen als Lina van de Kolk uit Opheusden en Jannetje van Dijkhuizen te Amersfoort.
De vriendenkring van Betje Duijzer was heel breed en interkerkelijk. De meesten van hen stonden min of meer in de ledeboeriaanse traditie. Ze keken over de kerkmuren heen als het ging over Gods werk in het leven van de ander.
Aanleiding tot het samenstellen van deze bundel levensschetsen was het ontdekken van de bewaard gebleven omvangrijke correspondentie van Betje Duijzer met haar vrienden. Bij verschillende van haar kleinkinderen vond de auteur in totaal zo’n 800 brieven. Het materiaal was te omvangrijk om in één boek verwerkt te worden. Vandaar dat de auteur plannen heeft om te zijner tijd nog een tweede deel over Betjes vriendenkring te schrijven.
Stichtelijke brieven
Na iedere levensschets zijn enkele brieven van de betrokkene opgenomen. Uiteraard is de keuze van de brieven willekeurig. Het zijn echter stuk voor stuk stichtelijke brieven waarin de verschillende brievenschrijvers hun hart openleggen. Het zijn brieven van hart tot hart waarin meermalen geschreven wordt over ervaringen en gevoelens die moeilijk onder woorden te brengen zijn. In de brieven valt een sterke verbondenheid met elkaar en met het Hoofd der Kerk op te merken. Een verbondenheid die tot weemoed en jaloersheid kan leiden.