Pilotenwaagstuk liep uit op dodelijk drama
Roel van de S. (26) wilde op 8 juni 2000 z’n vader op diens vijftigste verjaardag met een bijzondere groet verrassen. Vanuit de lucht. Het waagstuk liep uit op een botsing tussen twee lesvliegtuigen. Drie jongemannen kwamen om.
Bij de rechtbank in Assen eiste officier van justitie mr. A. C. Nienhuis vrijdagavond een straf van anderhalf jaar cel tegen Roel van de S.
Als het aan de aanklager ligt, mag Van de S. zich daarnaast vijf jaar lang niet met de beroepsvliegerij bezighouden. Volgens justitie is de man mede schuldig aan het vliegongeval bij het Drentse Smilde.
Terug naar 2000. Op de morgen van 8 juni bekokstoofden vlieginstructeur Van de S. en zijn collega-instructeur Dirk de Jonge een gewaagd plan. Met twee KLM-lesvliegtuigen zouden ze, kort achter elkaar, laag over de woning van Roels vader vliegen. Dat zou vader Van de S., ook werkzaam als examinator bij de KLM-school in Eelde, vast verrassen op zijn vijftigste verjaardag en dan konden Roel en Dirk meteen zien of de slingers er nog zouden hangen. Beide vliegers hadden twee jonge leerling-piloten aan boord.
De twee vlieginstructeurs spraken af om elkaar bij het TT-circuit in Assen te ontmoeten om van daar in ongeveer anderhalve minuut tijd naar de boerderij van Roels vader te koersen. Het plan was om in een duikvlucht op 500 voet hoogte (ongeveer 160 meter) over vaders huis te scheren. Vervolgens zou alleen Roel van de S. daarna nog eens terugvliegen om vader andermaal met een duikvlucht te verrassen.
De werkelijkheid verliep anders. Na de eerste duikvlucht boven de boerderij verkeerde Van de S. in de veronderstelling dat zijn collega-vlieger ver uit de buurt was. Van de S. maakte een tweede duikvlucht op ongeveer 100 meter hoogte en wilde weer stijgen. Toen ging het mis. Zijn collega Dirk de Jonge, in het andere toestel, ramde zijn vliegtuig van boven. De Jonge en zijn twee leerlingen -J. Kooiman en M. Richter, beiden 20 jaar- stortten neer en overleefden de crash niet. Van de S. wist zijn toestel aan de grond te zetten. Hij en zijn twee jonge leerlingen raakten -ernstig- gewond.
Van de S. vindt niet dat hij schuldig is aan het vliegongeval. Hij wees er vrijdag op dat zijn collega, die achter hem vloog, in de gaten zou houden dat er voldoende afstand zou blijven tussen beide vliegtuigen. „De Jonge zei dat ik me daar geen zorgen over hoefde te maken.” Eerder bij de politie verklaarde Van de S. dat de „communicatie beter had gekund.”
Punt van discussie is of er kort voor de crash radiocontact tussen de twee stuntvliegers is geweest. Van de S. zelf zegt zich daar niets van te kunnen herinneren. Een van de betrokken leerlingen heeft echter een ander verhaal. Volgens hem zei Van de S. na de eerste duikvlucht boven de boerderij: „We gaan er nog een keer fullpower (vol gas) overheen (over de boerderij, JV).” De Jonge zou hier bevestigend op hebben geantwoord. Mogelijk is er misverstand ontstaan over het woordje ”we”, in de zin, we gaan er nog een keer overheen. Met ”we” zou Van de S. de mensen in zijn eigen toestel hebben bedoeld, terwijl De Jonge onder ”we” beide vliegtuigen verstond.
Van de S. vindt niet dat hij een waagstuk uitvoerde. „Het was geen spectaculaire actie. Ik had totaal niet het idee dat ik de levens van anderen in de waagschaal stelde.
Deskundigen wijzen er echter op dat de actie nauwelijks was voorbereid. De twee vliegers maakten -in de woorden van Van de S.- slechts „een babbeltje” vooraf. Terwijl een formatievlucht van een kwartier minstens twee uur bespreking vooraf vergt.
Officier van justitie Nienhuis vergeleek het vliegongeval van vrijdagavond met een stunt van twee autorij-instructeurs. „Twee rij-instructeurs gaan in het bijzijn van hun leerlingen al racend de snelweg op. Onderdeel van het spel is dat een van de auto’s een afslag zal nemen. Dat gebeurt niet en er ontstaat een botsing.”
Van de S. heeft het vertrouwen van de leerling-vliegers ernstig beschaamd, stelde de aanklager. Ze wees op het diepe leed dat de ouders van de jongemannen moeten doormaken. Volgens Nienhuis is het onverteerbaar voor de nabestaanden dat Van de S. weer gaat vliegen. Het kan toch niet zo zijn dat de ouders naar het graf van hun kinderen kijken, terwijl ze weten dat boven hen Van de S. weer in een toestel kan vliegen.
Van de S. zelf zei uiteen te worden getrokken door gevoelens. Hij betuigde meeleven met de nabestaanden. Zijn advocaat vroeg vrijspraak. Volgens haar staat niet vast dat Van de S. medeschuldig is aan het vliegongeval. Ze wees erop dat Van de S. erop vertrouwde dat zijn ervaren collega De Jonge voldoende afstand zou houden.