Uitwijk: zwart doch liefelijk
”Nigra sim at decora”. Als je zo’n titel op een jubileumboek van een plaatselijke kerkelijke gemeente ziet staan, moet je het boek wel doorbladeren. En in het geval van het jubileumboek ter gelegenheid van 400 jaar hervormde gemeente van Uitwijk-Waardhuizen (Land van Heusden en Altena) is dat bladeren meer dan de moeite waard.
De titel van het jubileumboek van hervormd Uitwijk is ontleend aan het kerkzegel. Een Latijnse vertaling van Hooglied 1:5: „Ik ben zwart, doch lieflijk.”Het is een liefdesgeschiedenis, zo schrijft ds. D. Wolters in het voorwoord van het jubileumboek over 400 jaar protestantisme in Uitwijk. „En zo wil dit boek gelezen worden, als een boek dat de liefde beschrijft tussen God en mens.”
Vier eeuwen kerkelijk leven geboekstaafd. Tot in de kleinste details. En dat maakt het boek, voor liefhebbers van de kleine kerkgeschiedenis, ook zo interessant. De Reformatie, het leven in de Hervormde Kerk tot de Afscheiding van 1834 en de trieste scheuring als gevolg van de afscheiding en later de Doleantie. Het is nu niet meer echt voor te stellen, maar er waren tijden in Uitwijk dat die bitterheid zelfs werd doorberekend in de huurprijs van het doodskleed dat bij een begrafenis over de kist werd gelegd. Ook gereformeerden konden het kleed huren van de hervormde diaconie, maar voor hen gold wel een ander tarief.
Talloos zijn de verhalen die, juist door hun menselijke insteek, ervoor zorgen dat je al bladerend ongemerkt in de tekst van het boek wordt meegenomen.
Ooit gehoord van het wonder van Uitwijk? Het verhaal gaat dat het dochtertje van een predikant op de pastoriezolder was, samen met de dienstbode en haar moeder, toen ze plotseling uit het raam naar buiten viel. De schrik was groot, want het ging hier om een val van zo’n 7 meter. Omdat het kind echter een wijde rok aanhad, zeilde ze als een parachutist naar beneden en kwam ongedeerd op haar voeten terecht. Het voorval is de geschiedenisboeken ingegaan als ”het mirakel van Uitwijk”. Overigens maakten de kerkvoogden na het voorval wel direct een hekje voor het raam. Je kunt een wonder natuurlijk niet afdwingen.
En ooit gehoord van een predikant die aan het luiden van de klok kon horen hoe de geestelijke gesteldheid van de koster was? Ds. F. R. A. Henkels was zo’n predikant. Hij schrijft er in de jaren vijftig over. Als de klok luidde, wist hij dat het tijd was om vanuit de pastorie ter kerke te gaan. Soms luidde de koster nog even wat door. Bengelen, noemt ds. Henkels dat. Later begreep hij waarom. De moeder van de koster kwam er dan net aanlopen en met het bengelen kon de koster het vijfde gebod vervullen.
Op een bepaalde zondagmorgen hoorde ds. Henkels aan het klokkenluiden echter dat er wat aan de hand was. „Er waren zondagen dat de klok zong over het dorp en er waren zondagen waarop er iets helemaal mis was. Niet met de klok, maar met de koster. En toen begreep ik het. Dat waren zijn kwade dagen. En op zo’n kwade zondag kon de klok niet zingen, omdat het erg donker was in het hart van de koster”, aldus ds. Henkels.
Hoogtepunten en dieptepunten. En zulke hoogtepunten waren, hoe wonderlijk, vooral de gezamenlijke diensten met de gereformeerden in de winter van 1944-1945. Een halfjaar lang vierden hervormden en gereformeerden de erediensten samen in de kerk van Uitwijk. Het kerkgebouw zat dan zo vol dat de mensen tot op de treden van de preekstoel zaten. En wanneer de menigte dan psalm 72 zong -”de bergen zullen vrede dragen, de heuvels heilig recht”- dan beluisterde de predikant in de stuwende samenzang hunkering. Een diep verlangen naar het Godsrijk van vrede dat, ondanks alles, toch komen zal.
N.a.v. ”Nigra sim at decora; 400 jaar hervormde gemeente Uitwijk-Waardhuizen c.a.”, door diverse auteurs; uitg. De Groot Goudriaan, Kampen, 2007; 264 blz.; ISBN 978 90 9022 268 4; € 19,95.