Een groep Duitse epidemiologen onder leiding van dr. Jacqueline Müller-Nordhorn, verbonden aan het Charité universitair medisch centrum in Berlijn, keek onder meer naar de sterfte van mannen en vrouwen in de leeftijd van 45 tot 75 jaar. Zij omschrijven dit als vroegtijdig overlijden, omdat artsen er tegenwoordig van uitgaan dat iemand die gezond eet en leeft zonder hartinfarct 75 jaar moet kunnen worden.De sterfte aan hart- en vaatziekten onder mannen daalt in West-Europa al enige tijd jaarlijks met gemiddeld 1,8 procent bij mannen en 2,1 procent bij vrouwen. In Finland en Polen is de sterfte zelfs met een kwart gedaald ten opzichte van 1990. De consumptie van verzadigd vet is verminderd, er wordt minder gerookt en gezonder gegeten.

Vergeleken met de West-Europese landen is de sterfte in veel Oost-Europese landen nog steeds hoog. Oekraïne behoort wat dit betreft tot de wereldtop. Er zijn diverse risicofactoren die een rol spelen bij de hoge sterfte in Oost-Europa, zoals de sociaaleconomische ontwikkeling, het voorkomen van psychosociale stress en depressie, hoge bloeddruk, te hoog cholesterolgehalte en overgewicht. Daarnaast eisen milieuvervuiling en de lagere kwaliteit van de medische zorg hun tol.

Heel belangrijk zijn uiteraard ook de bekende leefstijlfactoren. In veel Oost-Europese landen eten de mensen veel verzadigde vetten, roken ze stevig en bewegen ze te weinig. Delen van Engeland vormen in West-Europa een probleemgebied. Veel Britten houden er een ongezonde leefstijl op na.