Balkenende probeerde het tumult binnen de LPF zo veel mogelijk te relativeren. „Een klap geven aan een fotograaf; dat mag je natuurlijk niet doen. Maar gelukkig zijn hiervoor excuses aangeboden. Verder heb ik begrepen dat de LPF de gelederen weer gesloten heeft.”

In tegenstelling tot kamervoorzitter Weisglas wil de premier „niet al te snel conclusies trekken” over het schade toebrengen aan het aanzien van het parlement. „Pas als het soort gebeurtenissen van afgelopen week structureel wordt, hebben we op dit punt een probleem.”

De minister-president onderscheidt twee criteria om vast te stellen of een kabinet in problemen is. „De eerste is of er nog voldoende draagvlak is in het parlement. Dat is volgens ons nog steeds het geval. Het tweede is of de bewindslieden goed en effectief met elkaar kunnen samenwerken. Ook daarvan is nog altijd sprake. We hebben vandaag weer hard gewerkt én veel gelachen.”

Over het feit dat minister Heinsbroek van Economische Zaken deze week halsoverkop een vergadering in Brussel moest verlaten om de ruzie in zijn partij te sussen, doet de premier niet al te moeilijk. „Er kunnen altijd zaken tussen komen die meer prioriteit hebben.”

De aanval die GroenLinks-leider Rosenmöller deze week op het kabinet inzette, heeft Balkenende met humor gepareerd. Rosenmöller vroeg donderdag om een brief van het kabinet waarin de regering uiteen zet hoe het tegen de onrust in de LPF aankijkt en de vraag beantwoordt welke gevolgen die onrust heeft voor het functioneren van het kabinet. CDA en LPF wilden aanvankelijk niet toestaan dat de GroenLinks-leider dit verzoek aan het kabinet richtte, maar toen Rosenmöller in de gordijnen klom en de Grondwet erbij haalde, gaven zij uiteindelijk toe.

Balkenende heeft geen brief naar de Kamer gestuurd, maar hield het bij een ansichtkaart van de buitenzijde van de Trêveszaal. Op de kaart staat een korte tekst: „Geachte (kamer)voorzitter, In antwoord op de vragen van de geachte afgevaardigde Rosenmöller en anderen groeten wij u in gezamenlijkheid en eenheid vanuit de ministerraad”, gevolgd door de handtekeningen van alle bewindslieden.

Rosenmöller kan de humor van het kaartje van de ministers wel waarderen. „Het kabinet is er kennelijk eindelijk in geslaagd in gezamenlijkheid en eenheid bij elkaar te komen en dat heeft geleid tot een jolige stemming.” Maar de GroenLinks-voorman wil wel degelijk een serieus antwoord. Dat kan volgens hem volgende week bij de begrotingsbehandeling van het ministerie van Algemene Zaken worden gegeven.

Voorzitter Weisglas van de Tweede Kamer neemt ook geen genoegen met de groeten. „Het is uitermate vriendelijk dat het kabinet een kaartje heeft gestuurd, maar ik verwacht uiteraard dat Balkenende op korte termijn alsnog antwoord zal geven op de vragen.”