Avondje schieten achter de pc „omdat het leuk is”
AMSTERDAM - Ouders hebben over het algemeen niet goed door dat een computerspel gewelddadig is en hoe kinderen dat ervaren. Ook is gamen een verslavende bezigheid. Dat blijkt uit twee onderzoeken die vanavond in Amsterdam worden gepresenteerd.
De meeste ouders zeggen zelf goed op de hoogte te zijn van het gamegedrag van hun kind. Zij weten hoe lang hun kind games speelt en welke games het in zijn bezit heeft. Toch komt uit onderzoek van TNS NIPO in opdracht van Digibewust onder kinderen en hun ouders naar voren dat ruim de helft van de ouders vindt dat zij te weinig weten over gamen.Zes op de tien ouders vinden niet dat hun kind te veel tijd aan het gamen besteedt. Ook blijkt uit het onderzoek dat kinderen het liefst onlinespelletjes, avonturenspellen, racegames en schietspellen spelen. De meeste jongeren doen dat omdat het leuk is (87 procent) en omdat zij zich dan niet hoeven te vervelen (28 procent).
Acht op de tien ouders weten dat er een leeftijdsaanduiding voor games bestaat, maar slechts een op de vijf ouders kijkt daar ook daadwerkelijk naar. Ook blijkt uit het onderzoek dat ouders over het algemeen niet goed doorhebben dat een spel gewelddadig is en hoe kinderen dat ervaren. Slechts twee van de tien ouders vinden de games die hun kinderen spelen gewelddadig, terwijl het aantal kinderen dat zelf aangeeft dat hun spel gewelddadig is twee keer zo hoog ligt.
Ook hebben ouders een andere inschatting van de moeite die kinderen hebben om te stoppen met gamen. Bijna de helft van de ouders geeft aan dat hun kinderen meestal wel goed kunnen stoppen met een game, ten opzichte van 35 procent van de kinderen. De helft van de ouders speelt overigens zelf ook games. Hoe goed -of hoe slecht- zij daarmee kunnen stoppen, is niet onderzocht.
Naast het onderzoek van TNS NIPO wordt maandagavond ook een onderzoek van JuniorSenior Research gepresenteerd onder bijna 600 jongeren van 6 tot en met 19 jaar. Daaruit blijkt dat het merendeel van de jongeren vindt dat gamen verslavend is: 27 procent vindt het verslavend en 56 procent „een beetje.” Slechts 17 procent vindt gamen juist niet verslavend.
Dat kinderen van gamen dik worden of dat het een vereenzamende werking heeft, is volgens de helft van de ondervraagde jongeren absoluut niet juist.
Volgens de jongeren leren ze veel van gamen: ze kunnen daardoor makkelijker met de computer omgaan (64 procent) en hun reactievermogen, doorzettingsvermogen en oog-handcoördinatie nemen toe. Spontaan zeiden de geënquêteerden dat ze door het spelen van computerspellen beter en eerder Engels kunnen spreken of sneller kunnen typen.
Vooral meisjes zeggen door het spelen van computergames zich beter te kunnen inleven in andere mensen. Zij spelen ook vaker games waarin zij mensen of dieren moeten verzorgen. Jongens genieten meer van actie-, race-, sport- en vechtspellen.