Plan Sarkozy voor banlieues
PARIJS - De Franse president Nicolas Sarkozy heeft vrijdag langverwachte, verstrekkende plannen gepresenteerd om voorsteden en buitenwijken, de banlieues, op te knappen. In een overvol Elysée beloofde hij meer geld en meer politie aan de achterstandswijken waar in 2005 en vorig jaar rellen uitbraken.
Het gaat om ongeveer honderd buurten, waar zo’n 250.000 jongeren aan een diploma, een stage of een baan geholpen moeten worden, en waar beter openbaar vervoer moet komen. Hij wil 0,5 miljard euro investeren om de bereikbaarheid van de voorsteden te verbeteren. Verder moet geld besteed worden aan huisvesting en aan de integratie van de jeugd die daar woont, die vaak van allochtone afkomst is.De conservatieve president legt de nadruk op veiligheid. Hij wil in drie jaar 4000 politieagenten meer in de voorsteden hebben. „We willen een einde maken aan de heerschappij van de bendes, aan het zwijgen en aan het smokkelen”, zei Sarkozy. Nieuwe interventieteams moeten dag en nacht de ondergrondse (drugs)economie bestrijden die „het leven in de wijken vergiftigt.” Sarkozy kondigde bovendien plannen aan om leerlingen van de „slechtste” scholen in de achterstandswijken te verplaatsen naar scholen in andere buurten. „Samen zullen we bouwen aan een Frankrijk dat trots kan zijn op zijn diversiteit”, zei de president.
Sarkozy was in 2005 nog minister van Binnenlandse Zaken toen het land drie weken lang in de ban was van rellen in voorsteden in heel Frankrijk. Auto’s werden in brand gestoken door jongeren die gefrustreerd waren door discriminatie, werkloosheid en vervreemding. Veel van de relschoppers waren kleurlingen, al dan niet van Arabische afkomst – Franse kinderen of kleinkinderen van immigranten uit landen die vroeger tot de Franse koloniën behoorden. Toen de gebeurtenissen zich vorig jaar leken te herhalen, gooide minister Sarkozy nog eens olie op het vuur door de jongeren „racaille”, gespuis, te noemen.
Maar tijdens zijn verkiezingscampagne sloeg Sarkozy een andere toon aan. Hij kondigde een „Marshallplan voor de buitenwijken” aan. Toen hij president werd, stelde hij bovendien Fadela Amara –zelf van Algerijnse komaf– aan als minister van Stedelijke Zaken. Zij had haar plannen al rond op 22 januari, maar Sarkozy wilde er ook zijn zegje in hebben. Het plan dat er nu ligt, getiteld ”Hoop voor de Buitenwijken”, moet binnen drie jaar 45.000 banen en binnen vijf jaar 20.000 nieuwe ondernemingen creëren. Om werkloze jongeren aan een diploma te helpen moeten er ”tweedekansscholen” opgericht worden.
Hoeveel geld er bij de ambitieuze plannen gemoeid is wordt niet duidelijk uit de presentatie. Een concreet bedrag dat Sarkozy noemde was een half miljard euro voor openbaar vervoer en andere middelen om wijken uit hun isolement te halen. Maar dat geld komt uit beraamde transportuitgaven die onder eerdere milieuplannen zijn berekend. Andere financiering moet komen uit een stedelijk fonds waar de rijkste steden aan doneren en de armste van mogen profiteren.
Dat is precies de kritiek die de plannen krijgen van de Socialistische Partij. „Dit is de zoveelste aankondiging van het schuiven” met geld, zegt de landelijke secretaris van de partij, Vincent Lena. „Sommige maatregelen gaan heus de goede kant op, maar er komt geen cent bij.” Lena zei verbijsterd te zijn over de hele opzet van het plan. „Het is geen plan, het is een miniplan, over een paar wijken en een paar jongeren.” Volgens Lena had Sarkozy grote verwachtingen geschapen door een Marshallplan aan te kondigen. „Je krijgt het idee dat hij zijn kiezers gerust heeft willen stellen”, die bang waren dat Sarkozy geld zou verspillen aan de buitenwijken.