Gevluchte Tsjadiërs terug naar huis
KOUSSERI - Stromen vluchtelingen die de afgelopen week na een aanval van rebellen de hoofdstad van Tsjaad waren ontvlucht, hebben gisteren vanuit Kameroen de terugtocht naar Ndjamena aanvaard. Niet omdat het gevaar in Tsjaad is geweken, maar omdat het leven in de Kameroense vluchtelingenkampen nog erger lijkt.
Ze waren gevlucht naar de overkant van de rivier de Chari, waar de Kameroense stad Kousseri ligt. Daar is nu gebrek aan voedsel, water en beschutting. De Verenigde Naties schatten het aantal Tsjadische vluchtelingen in Kameroen op zeker 30.000. Internationale noodhulp is nog niet op gang gekomen.
Veel vluchtelingen vinden de omstandigheden te erbarmelijk. Ze trotseren liever de rebellen in Tsjaad dan de gebrekkige opvang in Kameroen. „Hier heb ik tenminste mijn huis”, zei Bartholomew Nadjilengar, die met twee kinderen op zijn motorfiets terug naar Tsjaad kwam gereden. „Er is hier geen vrede en geen rust, maar er is hier wel een thuis.”
Donderdag leek het alsof sommige Tsjadiërs even teruggingen om de nodige spullen te halen nadat ze halsoverkop het land hadden verlaten toen de gevechten op hun hoogtepunt waren. Maar gisteren kwamen duizenden Tsjadiërs terug naar de hoofdstad om daar te blijven, vanwege de slechte omstandigheden in de opvangkampen.
De VN overwegen het kamp in Kousseri te verplaatsen, verder van de grens vandaan, op een plek die al eens eerder dienst heeft gedaan als vluchtelingenkamp. „Het is een zorgelijke situatie, en we hebben er dan ook nog niet helemaal controle over. We maken ons zorgen om de kwetsbare groepen”, zei Sophie de Caen van de VN afdeling in Kameroen.
Hoewel president Idriss Deby zegt dat de toestand in Tsjaad onder controle is, zeggen Franse inlichtingendiensten dat de opstandelingen zich aan het hergroeperen zijn en ten zuiden van de hoofdstad nieuwe aanvallen voorbereiden.
De crisis in Tsjaad verzwaart de immense taak die humanitaire hulpverleners in de regio toch al hadden, met de onrust in het oosten van Tsjaad en de aangrenzende Sudanese provincie Darfur. Sinds het uitbreken van de gevechten in Tsjaad worden geen vluchten meer toegelaten in het land. Daardoor komen hulporganisaties zonder middelen te zitten. De VN vluchtelingenorganisatie UNHCR vroeg donderdag om een luchtbrug tussen N’Djamena en de vluchtelingenkampen in Oost Tsjaad. Door de recente gevechten is de stationering van een Europese vredesmacht in het oosten van Tsjaad tot nader order uitgesteld.
De Europese Unie hervat volgende week het sturen van militairen naar Tsjaad. De opbouw van de missie Eufor, met 3700 militairen, was vorige week opgeschort vanwege de gevechten tussen rebellen en regeringstroepen in het Centraal Afrikaanse land. De commandant van Eufor, de Ierse generaal Pat Nash, heeft de EU landen gisteren in Brussel op de hoogte gesteld van de hervatting van de opbouw, zo meldden diplomaten in Brussel. De rust in Tsjaad is grotendeels weergekeerd.
Eufor gaat in Tsjaad vluchtelingen uit Darfur en Tsjaad zelf beschermen. Het is de bedoeling dat de troepenmacht in mei volledig operationeel is en dan bestaat uit ongeveer 3700 militairen uit 14 landen. De Fransen leveren het merendeel. Nederland denkt nog na over een bijdrage van tachtig militairen.