Knoops: Wel Deventer moordzaak heropenen
AMSTERDAM (ANP) - De Deventer moordzaak moet juist wel worden heropend, vindt advocaat Knoops. Hij liet gisteren weten dat hij het niet eens is met het advies van de advocaat-generaal aan de Hoge Raad om de zaak gesloten te laten.
Knoops is raadsman van Ernest L., die tot twaalf jaar cel werd veroordeeld voor de moord in 1999 op de vermogende weduwe Wittenberg.
Volgens de raadsman blijkt uit diverse getuigenverhoren dat de beheerder van de begraafplaats „gedetailleerd en plausibel” heeft verklaard. Aan deze beheerder zou klusjesman Michael de J. hebben verteld dat de weduwe „gewurgd, haar botten gebroken en zeven keer met een mes gestoken” was. Volgens Knoops herinnert de beheerder van de begraafplaats zich dit en zijn er twee andere getuigen die het verhaal bevestigen.
De verklaring van de bewaarder is belangrijk omdat die laat zien dat de klusjesman beschikte over daderkennis, aldus Knoops. Dat zou volgens de advocaat kunnen betekenen dat De J. iets met de moord te maken heeft en dat L. onterecht vastzit als schuldige van de moord.
Twee weken geleden maakte advocaat generaal A. Machielse bekend dat hij vindt dat de zaak niet moet worden heropend. Volgens de adviseur van het hoogste rechtscollege bestaat er geen ernstig vermoeden dat L. onterecht in de gevangenis zit. Op basis van nieuw getuigenverhoor dat voor de Hoge Raad werd gedaan, wordt „onvoldoende waarschijnlijk” dat de klusjesman de mededeling van de dood van Wittenberg al vóór ontdekking van haar dood en niet op een later tijdstip heeft gedaan, aldus Machielse.
De beheerder is echter zeer stellig dat de klusjesman hem het verhaal vertelde voordat de dood van Wittenberg bekend werd, zegt advocaat Knoops. Ook twee collega’s van de beheerder zeggen dat zeker te weten. Zij hebben onder ede verklaard dat de beheerder vaak over zijn ontmoeting met De J. sprak en dat verkeerde vastzat. Hij durfde echter niet meer naar de politie te gaan met dat verhaal.
De rechtbank in Zwolle sprak L. aanvankelijk wegens gebrek aan bewijs vrij, maar het gerechtshof in Arnhem veroordeelde hem in hoger beroep tot twaalf jaar cel. Ook toen verzocht L. de Hoge Raad om herziening van zijn zaak. De raad willigde dat verzoek destijds in en verwees de zaak naar het hof in Den Bosch.
Het proces in Den Bosch pakte voor L. nadelig uit. Nieuw onderzoek van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) naar de blouse van de weduwe leverde voor L. belastende DNA sporen op. Het hof veroordeelde hem daarom opnieuw tot twaalf jaar cel.