„Vrijwel geen werknemer vindt het nog normaal als zijn baas ’s ochtends tegen hem zegt: Jij mag pas aan de slag als je eerst twaalf toiletten geschrobd hebt”, zei Wijers. „In de prostitutiebranche is dat nog aan de orde van de dag.”Wijers noemde het afschaffen van het bordeelverbod nog steeds een juist besluit. „Punt is alleen dat de regering de uitvoering ervan te veel heeft overgelaten aan gemeenten. Die gingen vervolgens door met wat ze toch al deden, namelijk het reguleren en controleren van de branche. Daarmee maak je geen eind aan willekeur en machtsmisbruik in arbeidsverhoudingen. Nog altijd zijn veel prostituees daaraan blootgesteld.”

Wijers hekelt gemeenten die alleen bezig zijn met de vraag hoe ze bordelen kunnen weren via het toepassen van de nuloptie. „Ik vind dat ze zich ook moeten afvragen hoe ze het vergunde circuit zo aantrekkelijk kunnen maken dat vrouwen dáár willen werken. Door de slechte arbeidsverhoudingen en uit vrees dat hun privacy wordt aangetast, zullen sommige vrouwen ervoor kiezen in het illegale circuit te werken”, waarschuwde ze.

Onderzoeker P. de Gelder, die in 1994 de eerste en enige inventarisatie omtrent mannenprostitutie in Nederland op zijn naam schreef, benadrukte gisteren dat het afschaffen van het bordeelverbod het zicht op mannelijke prostitués doorgaans niet heeft verbeterd. Meer aandacht voor deze vergeten groep noemde hij gewenst.

Blijkens de reacties op het congres zijn meerdere gemeenten verwikkeld in pogingen de groep mannelijke prostitués in kaart te brengen. Ook worstelen veel gemeenten met de vraag of naast bordelen ook massagesalons en kapsalons waar illegale seksactiviteiten plaatshebben onder een vergunningenstelsel moeten worden gebracht. Een derde probleem is gelegen in de afstemming van zorg- en handhavingsactiviteiten.

Een van de aanwezigen opperde dat het wellicht beter is onder dit kabinet geen aanvullende regulerende maatregelen rond prostitutie te nemen. „Het risico om vervolgens het deksel op je neus te krijgen, lijkt mij te groot.”

Wethouder H. P. van Alphen (Volksgezondheid en Emancipatie) van de gemeente Den Haag, die het congres organiseerde, benadrukte dat de groep prostituees dermate divers is dat het lastig is een eenduidig beleid te voeren. „De ex-tippelaars, genderprostituees en mannelijke prostitués hebben we inderdaad niet meer in beeld.”

Van Alphen kondigde aan dat Den Haag de thematiek van mannenprostitutie actief gaat benaderen. Zo wil hij in kaart brengen op welke plaatsen in de stad deze vorm van prostitutie wordt bedreven wordt en hoeveel mannen er in de branche werkzaam zijn.