Integratie vraagt om meer dan polderen
Geen woorden maar daden heeft het integratiedebat nodig, stellen Harry van der Molen en Jan Kloosterman. Zo moet er een streng en rechtvaardig integratiebeleid komen.
Het publieke debat over integratie is nooit weggeweest, maar is in de kolommen van kranten aan een comeback begonnen. Onlangs verscheen een paginagrote advertentie in dagblad Trouw die een sneeuwbaleffect ontketende. De inzet van het debat is de toon van het spreken over integratie en in het bijzonder de multiculturele samenleving. Daar blijft het tot op heden helaas bij. Als we Doekle Terpstra moeten geloven, is die toon het centrale probleem.Met alleen praten wordt een duidelijk maar onvolledig statement afgegeven. Door een sterk en eenzijdig accent op ”de juiste toon” en het ”benoemen” wordt de noodzaak van een daadkrachtige aanpak ontkend. Ondertussen vaart Wilders er wel bij. Hij krijgt alle aandacht, zonder ook maar wat te hebben gezegd over concrete oplossingen voor het probleem dat hij signaleert. Het resultaat is een debat dat over woorden gaat en niet over wat er ondertussen daadwerkelijk gebeurt. Met deze oude polderreflex is het integratievraagstuk echter niet gediend.
Terwijl het politieke establishment zich in advertenties tot elkaar richt, worden de problemen in de praktijk verergerd door een erosie van het succesvolle asielbeleid. Als men werk wil maken van integratie zal men voor een doeltreffende aanpak moeten kiezen die bestaat uit woorden én daden.
Het is tijd voor het kabinet om de daad bij het woord te voegen. Helemaal nu bijna alle gemeenten weigeren gegevens van illegalen die buiten het generaal pardon vallen te overhandigen aan de Dienst Terugkeer & Vertrek. Hoe denkt men ooit de integratie goed te laten verlopen als grote groepen illegalen buiten het zicht van de lokale en landelijke overheid blijven?
De laakbare burgerlijke ongehoorzaamheid die trots door menig burgemeester in de nieuwjaarsspeech werd gemeld, is een opmaat voor een volgend generaal pardon. Ondanks de vele miljoenen euro’s die het generaal pardon kost, gaat er geen illegaal extra terug naar het land van herkomst. Dat zijn wrange vruchten. Terwijl men over integratie spreekt, groeit de groep die ondergedoken zit of aan de kant staat. Door er alleen over te praten, blijven de schrijnende problemen in stand.
Onwillige gemeenten die niet aan de verplichting voldoen om de gevraagde informatie over illegalen aan te leveren, moeten hierop aangesproken worden. Zolang colleges van burgemeester en wethouders notoir de opgevraagde informatie blijven weigeren, zouden ze gekort moeten worden op de financiën die zij vanuit het Rijk krijgen om de opvang van gepardonneerde asielzoekers en hun uitkeringen mogelijk te maken. De mensen die onder de pardonregeling vallen moeten hun verblijfsvergunning nu echt zo spoedig mogelijk ontvangen. Tegelijkertijd is een rechtvaardige en integere uitvoering van de terugkeerregeling nodig. Als we het asielbeleid duurzaam op orde hebben, voorkomen we een integratieprobleem bij de voordeur. Sterker nog, als we het pardonneren niet samen laten gaan met de opsporing en terugkeer van illegalen, is het probleem straks vele malen groter.
Zij die zich blijvend in Nederland mogen vestigen, zullen moeten integreren. Een succesvol integratiebeleid kan ook de -uit de hand lopende- kosten van het generaal pardon beperken. Dit beleid moet, meer dan nu het geval is, gericht zijn op het vinden van werk voor integrerende medelanders. Nu nog is de klassieke reflex van de lokale overheden om hen met een uitkering af te schepen, zodat men aan Den Haag kan melden dat het dossier zogenaamd succesvol is gesloten. Werken geeft zelfstandigheid en stimuleert inburgering op een natuurlijke manier. Praten met je collega integreert per saldo meer dan het praten met goedwillende welzijnswerkers of overbezorgde autochtone politici.
Banenmarkt
Ook reduceert een inzet op het vinden van werk de kosten van het generaal pardon met zo’n 500 tot 800 miljoen euro. Of zelfs met een miljard euro in 2009. Het automatisme waarmee nu aan alle uitgeprocedeerde asielzoekers een uitkering wordt gegeven, is simpelweg niet duurzaam. Defacto worden ze afgeschreven en staan ze jarenlang aan de kant van de arbeidsmarkt.
Een asielzoeker die zich in Nederland mag vestigen, moet allereerst begeleid worden naar de banenmarkt. Dit beleid zal gepaard moeten blijven gaan met een consequent terugkeerbeleid voor degenen die niet het recht hebben hier te blijven. In al het eindeloze gepraat over de toonzetting zou je zoiets simpels en basaals haast vergeten.
Bouwen aan een integrerend Nederland is dus ook een streng en rechtvaardig beleid ten opzichte van asielzoekers. Laten we dat ook benoemen. Met het generaal pardon is er in Den Haag wat de integratie betreft geen enkele bijdrage geleverd aan het integratieprobleem. Sterker nog, als we niet een werkgericht integratiebeleid voeren is het probleem straks vele malen groter. Wat dat betreft had de voorkant van Trouw beter vol kunnen staan met vacatures. Want wat integratie betreft er is er naast al dat gepraat vooral ook werk aan de winkel.
De auteurs zijn respectievelijk voorzitter van het CDJA en de SGP-jongeren.