Noren willen in 2008 duizend walvissen vangen
OSLO (AP) – Noorwegen wil dit jaar opnieuw proberen 1.052 dwergvinvissen te vangen, evenveel als in 2007 en 2006. Het Noorse ministerie van visserij heeft dit donderdag bekendgemaakt. In de periode tot en met 2005 lagen de quota minstens 30 procent lager.
Noorse walvisjagers slaagden er in 2006 en 2007 door slecht weer niet in het toegestane aantal dieren te vangen. Ze bleven steken op ongeveer de helft. Niettemin leidde de walvisjacht tot hevige protesten, vooral van de zijde van Greenpeace, dat zegt dat de quota veel groter zijn dan de markt nodig heeft.‘Quota zijn zelden gehaald sinds Noorwegen de walvisvaart in 1993 hervatte’, zegt Truls Gulowsen van Greenpeace Noorwegen. ‘Er is geen markt voor walvisvlees’, aldus Gulowsen, die wijst naar IJsland, dat augustus 2007 de walvisjacht door de geringe vraag stopte. Noren consumeren het rode vlees van de dieren, maar het vet wordt weggegooid omdat daar geen belangstelling voor bestaat.
Volgens Gulowsen is de jacht een zuiver politieke zaak. De Noorse regering zou proberen kleine dorpsgemeenschappen langs de kust ervan te overtuigen dat zij hun problemen ernstig neemt.
Noorwegen wekte in 1993 de woede van milieuactivisten en veel landen door de walvisvaart te hervatten, ondanks een uit 1986 daterend algeheel verbod van de International Whaling Commission (IWC). De Noren weigerden echter zich iets aan te trekken van de protesten, boycotdreigementen en zelfs sabotage van walvisboten. Zij stelden dat de dwergvinvis, de kleinste van de walvissoorten met een lengte van ongeveer negen meter, overvloedig voorkomt. In de Noorse wateren zouden nu ongeveer 107.000 dwergvinvissen zwemmen.