Geen worteltrekken op huisbezoek
AMSTERDAM - Ademloos kijken de schoolkinderen toe. Hoeveel is 97 keer 13? Patsboem erbovenop geeft Willem Bouman het antwoord: „1261.” De 68-jarige Alphenaar demonstreerde gisteren woensdag zijn verbluffende hoofdrekenkunsten op de Nicolaas Maesschool in Amsterdam. „Cijfers bijten niet.”
Op z’n tweede kende hij het alfabet en op z’n derde kon hij klokkijken. „Mensen zeiden: Willem is een bijzonder kind. Gelukkig hebben mijn ouders één ding nooit gedaan: Met mij als een aap rondreizen.” Hoe anderen volgens Bouman -vlinderstrik met getallen om de nek- een rekenwonder kunnen worden? „Dat kan niet. Je bént het. Ik heb dit talent van de Heere God gekregen.”Op het schoolbord in groep 7b hangen negen sommen. De kinderen hebben alles uit de kast gehaald om het hun gast zo lastig mogelijk te maken. De eerste is een optelsom van zes getallen met elk zes cijfers. Maar ook deze hoort erbij: 923459 x 954329. En deze: 23/31 + 7/89. Bouman mompelt af en toe wat, zet geheimzinnige stipjes onder sommige cijfers, schrijft, veegt weer uit en roept bij de laatste som: „Mensen, dit gaat echt uit de hand lopen.” Meester Bart: „Het bord is geduldig.”
Als Bouman klaar is, komen de leerlingen met hun antwoorden voor de dag. Som voor som wordt nagekeken. Bouman heeft er zes van de negen goed. „Tja, ook een rekenwonder maakt dus wel eens fouten. Dat is altijd vervelend, want je gaat voor nul fout.” Niemand maalt er om. Voorlopig heeft het rekenwonder de moeilijkste som goed. En wie bijna zonder nadenken kan zeggen hoeveel 97 keer 13 is, ziet alleen nog maar verbaasde gezichten. „Ik ken de antwoorden van alle vermenigvuldigingen met getallen van twee cijfers uit het hoofd.” Grootspraak? Even een test. Hoeveel is 83 x 65? Zonder blikken of blozen: „5395.”
Hoeveel rekenwonders er precies zijn, weet Bouman niet. „Ik vrees dat ik in Nederland de enige ben; wereldwijd zijn er misschien vijftig.” In 2006 deed de Alphenaar voor het eerst mee aan het wereldkampioenschap rekenen in Londen. „Ik werd zevende. Die keer erop werd ik vijfde.” In vermenigvuldigen is hij sterker dan in delen, bekent Bouman, maar zijn echte specialiteit is het goochelen met priemgetallen: getallen die alleen deelbaar zijn door één en door zichzelf. „Daar ben ik zo goed in, dat ik de bijnaam ”Willem Flits, koning van de priemgetallen” heb gekregen.”
Bouman past zijn passie voor rekenen zelfs op z’n nageslacht toe: „Ik heb zes kleinkinderen: 8, 6, 4, 2 en 0 jaar. Daar zit een hele mooie reeks in.” Rekenwonder zijn is leuk, maar Bouman heeft er in zijn loopbaan niet zoveel gebruik van gemaakt. „Ik heb de autoschool in Driebergen gedaan, ben monteur geweest en heb in de vrachtautobanden gezeten. Voordeeltje: Ik kon de asbelasting zonder rekenmachine uitrekenen.”
Geregeld houdt Bouman bij zichzelf thuis een rekenwonderweekend. „Dan zetten we een enorme flapover in de huiskamer waarop we knoeperts van getallen schrijven en dan discussiëren we over hoe we ze het beste kunnen oplossen.” Veel oefenen, houdt hij zijn jeugdige publiek voor. „Een paar minuutjes per dag. Moet je eens kijken wat je dan volgend jaar zelf kunt.”
„Hebt u ook een beker gekregen?”, wil een leerling weten. Bouman: „Nee, want dan moet je bij de top-3 horen. Maar ik ben nog wel aan het oefenen daarvoor.” Het rekenwonder graait in z’n tas. „Kijk, dit is mijn oefenschrift.” Hij bladert er doorheen. De ene cijferbrij na de andere.
De gastles is het initiatief van Nintendo dat binnenkort met een nieuw spel komt: Professor Kageyama’s Rekentraining. „Verbeter je rekenvaardigheden met de honderd-cellenmethode”, luidt de slogan op billboards in de klas. Alle kinderen krijgen een rekencomputertje om het spel vast te oefenen. Ruben (11) vindt het rekenwonder uit Alphen „heel erg knap”. Hij is vast van plan thuis te gaan oefenen met hoofdrekenen. „Ik heb er wel een beetje moeite mee.” Clara (11) verbaast zich vooral over de snelheid van Bouman. „Ik ben best goed in rekenen, maar hij kan het héél snel.”
Terwijl de kinderen hun Nintendospel spelen, herhaalt Bouman nog maar eens zijn credo: „Cijfers bijten niet. Je moet er gewoon niet bang voor zijn.” Te koop lopen met zijn talent, daar houdt hij niet van. „Ik ben 30 jaar ouderling geweest in de hervormde Adventskerk in Alphen en heb meer dan 1500 huisbezoeken gedaan. Soms begonnen mensen over mijn rekentalent, maar ik hield de boot altijd af. Dan zei ik: Ik kom niet op huisbezoek om wortel te trekken.”