Sleutelrol voor PvdA in debat over discriminatie
DEN HAAG - D66 zet alles op alles om reformatorische scholen de ruimte te ontnemen homoseksuele docenten te weren. De meeste Kamerfracties heeft de partij achter zich. Maar dat is niet hetzelfde als een Kamermeerderheid.
Voor veel politieke partijen is het een principekwestie. Nederland mag dan ooit bij wet hebben geregeld dat orthodox-christelijke scholen docenten die er openlijk een homoseksuele levenswijze op nahouden mogen weren, als het aan deze politici ligt, moet die uitzonderingsbepaling zo snel mogelijk geschrapt.Hoe zwaar dit punt bij GroenLinks, D66 en vele andere fracties op de maag ligt, bleek dinsdag in het vragenuur in de Tweede Kamer. GL-leider Halsema riep minister Plasterk, verantwoordelijk voor homo-emancipatie, op het matje. Hij moest maar eens uitleggen hoe het kon dat de Europese Commissie (EC) Nederland een schrobbering geeft, omdat Nederland aan reformatorische scholen de mogelijkheid biedt homoseksuele leerkrachten te weren. En of de minister klip en klaar wilde aangeven hoe hij aan deze situatie, na de berisping door de EU, een einde gaat maken.
Plasterk was er bijzonder snel klaar mee. De brief van Eurocommissaris Spidla gaat helemaal niet over het onderwijs, betoogde hij laconiek. Jawel, de EC heeft enige kritiek op de antidiscriminatiewetgeving van Nederland. Maar dat betreft alleen het feit dat voor kerken de Algemene wet gelijke behandeling (AWGB) geheel tussen haakjes is geplaatst. Dát vindt de Commissie al te coulant.
Hierdoor zou, bij wijze van spreken, de rooms-katholieke kerk mensen met rood haar of mensen met zwart kroeshaar van het priesterschap kunnen uitsluiten. Of Nederland daar nog eens even naar wil kijken. En of ons land de uitzonderingspositie van kerken iets nauwkeuriger willen omschrijven en afbakenen.
Over meer gaat de brief echt niet, aldus Plasterk. Jammer, stelde de bewindsman, dat fracties zich zo snel op sleeptouw laten nemen door pers- en mediaberichten zonder dat zij de officiële documenten kennen. Daardoor krijg je dit soort zinloze debatjes en komen mensen als Halsema lelijk in hun hemd te staan.
De brief van Spidla lijkt het gelijk van Plasterk aan te tonen. Het Nederlandse onderwijs en de antidiscriminatiebepalingen die daarvoor gelden, worden wel genoemd, maar alleen in beschrijvende zin. Er wordt door de EC geen oordeel over gegeven.
Daarmee is de kous echter niet af. En dat niet zozeer omdat Halsema het nog niet eens is met de interpretatie van de brief. Belangrijker is dat het de seculiere partijen in wezen niets uitmaakt of zij in hun streven om het christelijk onderwijs aan te pakken steun krijgen uit Brussel of niet. Als dat zo is, is het mooi meegenomen. Als het niet zo is, regelen zij hun zaakjes zelf.
D66-Kamerlid Van der Ham was daarom dinsdagmiddag al druk bezig handtekeningen te verzamelen onder zijn initiatiefwet om de AWGB in eerder genoemde zin aan te scherpen. Liefst zou hij er al bij het indienen een indrukwekkende Kamermeerderheid onder hebben staan.
Dat laatste zal hem naar alle waarschijnlijkheid echter niet lukken. Tijdens het vragenuurtje bleef de PvdA-fractie dinsdag opmerkelijk stil. De sociaaldemocraten beseffen heel goed dat zij de coalitie onder grote spanning zetten als zij eraan gaan meehelpen om de voor christenen zo belangrijke uitzonderingsbepalingen in de AWGB te schrappen. Dat kan met name de ChristenUnie nooit toestaan.
Maar daarmee is de spanning in de coalitie nog niet verdwenen. Veel PvdA’ers denken er in de kern hetzelfde over als Van der Ham. Zo ook minister Plasterk, die zich dinsdag in het vragenuurtje even achter zijn vestje liet kijken toen hij op zeker moment toegaf het persoonlijk „onwenselijk” te vinden als scholen een man die met een man samenwoont niet willen aanstellen als docent.
Omwille van het coalitiebelang ingaan tegen je eigen principes doet, hoe dan ook, pijn. De vraag is wat de PvdA voor deze concessie terug gaat vragen. Want in de politiek geldt in elk geval één vaste stelregel: voor wat hoort wat.