Christenen in Algerije lijden onder strenge godsdienstwet
ALGIERS - Het heeft even geduurd, maar na anderhalf jaar lijkt de nieuwe strenge godsdienstwet van Algerije toch te worden toegepast. Algerijnse christenen vrezen zware tijden, stelt Open Doors, een organisatie die zich inzet voor vervolgde christenen.
De moeilijke situatie doet zich vooral voor in de Kabyleregio, die vaak wordt aangemerkt als de plaats waar geëvangeliseerd wordt.Afgelopen maand december werd de christelijke directeur van een basisschool in deze regio op non-actief gezet door het ministerie van onderwijs. Volgens dit ministerie gebruikte de directeur zijn school voor evangelisatie, „door het christendom te propageren in weerwil van het leerplan van de school”, aldus de nationale radio-omroep. De minister van Godsdienstzaken, Bouabdallah Ghoulamallah, toonde zich verheugd met de beslissing. De directeur ontkent de aantijgingen.
Eveneens in de Kabyleregio, in de stad Tizi-Ouzou, werden onlangs vijf mensen voor de rechter gedaagd op beschuldiging van evangelisatie.
In september 2006 werd een nieuwe godsdienstwet van kracht in Algerije. Deze wet verbiedt evangelisatie onder moslims en regelt de plaatsen van aanbidding. De wet wil de bekering van moslims tot het christelijke geloof tegengaan en eist gevangenisstraffen en boetes voor iedereen die „aanzet tot, of dwang of misleiding gebruikt met het doel moslims over te halen tot een ander geloof”, of die „drukwerk of audiovisueel materiaal of enig ander medium vervaardigt, opslaat of verspreidt met de bedoeling het geloof van een moslim te ondermijnen.”
Gezien deze voorbeelden vrezen plaatselijke christenen dat alle ongeregistreerde gebedshuizen in Algerije gesloten moeten worden. Dit zou dan wel tegen de grondwet zijn, die vrijheid van geweten en mening (artikel 36) garandeert, evenals vrijheid van uiting, vereniging en vergadering (artikel 41).