Garrelsorgel Purmerend beschreven
Titel: ”Barok in het Noorderkwartier. Het Garrels-orgel van Purmerend”
Auteur: Henk Verhoef (red.)
Uitgeverij: Walburg Pers, Zutphen, 2007
ISBN 9789057305122
Pagina’s: 263
Prijs: € 34,95.
In het boek ”Barok in het Noorderkwartier. Het Garrels-orgel van Purmerend” worden in een notendop de lotgevallen van een zeer fraai instrument beschreven. Het eerste orgel van Purmerend werd gebouwd voor de Grote Kerk aldaar. In 1742 werd het vervangen door een nieuw orgel van Garrels. In 1948 verhuisde het instrument bij de sloop van die kerk naar de op dezelfde plek gebouwde Koepelkerk. Toen die kerk in 1976 haar functie verloor en in 1978 een multifunctioneel centrum werd, moest het orgel opnieuw het veld ruimen. Slechts de herinnering bleef. Uiteindelijk werd de Koepelkerk in 1990 weer in gebruik genomen als parochiekerk voor de rooms-katholieke eredienst. Van lieverlee kon worden gedacht aan terugkeer van het orgel. Pas in 2001 kon de restauratie beginnen; twee jaar daarna klonk het instrument weer als vanouds.
Dat is in het kort de bewogen geschiedenis van een zeer fraai instrument. De lotgevallen ervan worden beschreven in het boek ”Barok in het Noorderkwartier. Het Garrels-orgel van Purmerend”. Het is het negende deel van de serie ”Nederlandse orgelmonografieën”, dat verscheen onder redactie van Henk Verhoef.
Zeven schrijvers belichten in negen hoofdstukken de lotgevallen van het Garrelsorgel. Willem Jan Cevaal behandelt de geschiedenis van het orgel tot 1750. Jan Jongepier doet dat voor de periode 1750 tot 1976 en beschrijft de restauratie van 2001 tot 2003. Peter van Dijk behandelt leven en werk van de orgelmaker Rudolph Garrels.
De orgelkas uit 1742 en de kerkschilder Johannes Bosboom worden beschreven door Richard de Beer, de gesloopte Grote Kerk door Jaap van der Veen en de Koepelkerk uit 1853 door Guido Hoogewoud. Erik Winkel, medewerker van Flentrop Orgelbouw, ten slotte documenteert het oude orgel van Purmerend (onder andere de windladen en het pijpwerk van vóór Garrels).
Kortom, de complete geschiedenis van het Garrelsorgel van Purmerend is vervat in een kloek boek.
tussenkop (u16(Mislukte proef
De vraag doet zich voor of er in de zoektocht naar de lotgevallen van het orgel nog iets nieuws te melden is. Welnu, onderzoek door Willem Jan Cevaal maakt aannemelijk dat Levijn Eekman uit Amsterdam aan het oude orgel gewerkt heeft. Ook beschrijft Cevaal een mislukte proef met gemeentezangbegeleiding. In 1636 vroegen kerkmeesters zich af of de „disordre int gesangh” niet kon worden verminderd wanneer de gemeente zou worden begeleid door het orgel. Een proefperiode werd door onenigheid voortijdig afgebroken, waarmee de orgelbegeleiding voorlopig in de ijskast verdween. In 1666 werd ze met succes wél ingevoerd.
Aardig is ook te vernemen hoe orgeladviseur Aeneas Egbertus Veldcamps meerdere keren probeerde orgelbouwopdrachten aan Garrels toe te spelen. Wat dat betreft is er in dit wereldje nog weinig veranderd.
De beschrijving van de restauratieplannen maakt niet vrolijk. Binnen het bestaande subsidiebestel viel de restauratie niet te financieren. Allerlei bedragen buitelen over elkaar heen. Uiteindelijk lukte het via de zogenoemde ”kanjerregeling” en een verkregen legaat de oprichting van de Stichting Restauratie Garrelsorgel te realiseren. Met orgelbrood, orgelwijn, lezingen, een tentoonstelling en een cd met het laatste concert dat Jan Jongepier in 1970 op het Garrelsorgel gaf, werd geld ingezameld.
Op weg naar de restauratie doemden nog allerlei tegenslagen op; te veel om hier op te noemen. Eén ding is wel duidelijk: het subsidiebeleid van de toenmalige Rijksdienst voor de Monumentenzorg overschaduwt dit project als een donkere wolk. Ook in dat opzicht is er tot op de dag van vandaag niets veranderd.
Waar het uiteindelijk om gaat, is dat er in de Koepelkerk in Purmerend weer een fraai klinkend Garrelsorgel staat.