Dit staat in het eerste rapport dat de Wereldgezondheidsorganisatie WHO sinds haar oprichting in 1946 aan geweld en gezondheid heeft gewijd. Ze heeft zeventig landen onderzocht.

De WHO constateert dat de twintigste eeuw een van de gewelddadigste periodes in de menselijke geschiedenis is geweest. In die honderd jaar kwamen 191 miljoen mensen direct of indirect door geweld om het leven, van wie meer dan de helft burgers. In het jaar 2000 kwamen meer dan 300.000 mensen door geweldsconflicten om, de meesten in Afrika. Ongeveer 199.000 jongeren werden in dat jaar vermoord, terwijl 815.000 mensen zich van het leven beroofden. Het aantal zelfmoorden is vooral hoog in Oost-Europese landen, zoals Hongarije en de Baltische staten. Circa 57.000 kinderen verloren door geweld het leven.

In 48 landen waar het geweld tegen vrouwen is onderzocht, gaf 10 tot 69 procent van hen aan dat hun mannelijk partner zich ten minste eenmaal aan hen heeft vergrepen. „In noord, zuid, oost en west, in de rijke of arme landen, ongeacht de godsdienst, is het geweld tegen vrouwen zeer belangrijk”, zei Etienne Krug, directeur van het bureau voorkoming van geweld van de WHO, donderdag bij de presentatie van het rapport.

De VN-organsiatie waarschuwt dat door de vergrijzing steeds meer ouderen slachtoffer van geweld dreigen te worden. Door de verstedelijking, de geringere betekenis van familiebanden en verminderde sociale bescherming lopen ouderen meer risico. Het geweld kan zowel fysiek als seksueel en psychologisch van aard zijn en komt niet alleen in eigen huis maar ook in verzorgingshuizen voor.

Als voorbeeld noemt het rapport China, dat vroeger bekendstond om zijn respect voor ouderen. Door culturele en sociaal-economische ontwikkelingen worden de nauwe relaties tussen de generaties uitgehold. In dat land valt een duidelijke toename van het geweld tegen ouderen te constateren.